ECLI:NL:RBROT:2020:4237

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 april 2020
Publicatiedatum
11 mei 2020
Zaaknummer
C/10/594784 / FA RK 20-2575
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 14 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een Bipolaire-I-stoornis, met een toestandsbeeld dat snel wisselt tussen depressie en manie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene als gevolg van haar psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op hinderlijk gedrag en agressie van anderen. Tijdens de mondelinge behandeling is de betrokkene gehoord, evenals haar advocaat en medische professionals van de instelling waar zij verblijft. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en beperkingen in de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.C. van Dijkhuizen en schriftelijk uitgewerkt op 21 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/594784 / FA RK 20-2575
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 14 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. T.S. Kessel te Dordrecht.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 10 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door M. van der Hout, psychiater, van 18 maart 2020;
 het zorgplan van 11 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 april 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. corona) telefonisch gehoord
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
 [naam psychiater] , psychiater, en [naam arts-assistent] , arts-assistent, beiden verbonden aan Antes, locatie Albrandswaardsedijk.
1.3.
Het verzoek is tegelijk behandeld met het verzoek van de officier tot het verlenen van een voortzetting crisismaatregel, bekend onder zaak- en rekestnummer: C/10/594767 / FA RK 20-2564.
1.4.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een Bipolaire-I-stoornis.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Betrokkene heeft een Rapid Cycling Bipolaire stoornis. Het toestandsbeeld van betrokkene gaat snel heen en weer tussen een depressie en een manie. Op dit moment is er sprake van een maniform beeld. Betrokkene verklaart ter zitting dat zij al lange tijd bekend is in de psychiatrie. Zij erkend het maniforme beeld. Zij geeft aan dat het verblijf in de accommodatie haar geen goed doet, voornamelijk vanwege de coronamaatregelen voelt zij zich opgesloten en ervaart zij weinig hulp. Zij wil zo snel mogelijk naar huis. De arts-assistent verklaart dat betrokkene op dit moment gestabiliseerd wordt. Naar verwachting is de situatie aankomende vrijdag zodanig gestabiliseerd dat betrokkene ambulant kan worden behandeld. Betrokkene zal dan worden begeleid door het IBT-team en later door het FACT-team.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis, voor de duur van zes maanden;
 het beperken van de bewegingsvrijheid tot en met vrijdag 17 april 2020;
 het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, de begeleiding van het IBT-team en later van het FACT-team toelaten, voor de duur van zes maanden.
 het opnemen in een accommodatie, tot en met vrijdag 17 april 2020.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 14 oktober 2020.
Deze beschikking is op 14 april 2020 mondeling gegeven door mr. M.C. van Dijkhuizen, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 21 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.