ECLI:NL:RBROT:2020:4236
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie en verslavingsproblematiek
Op 24 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, die lijdt aan schizofrenie, cannabisafhankelijkheid en alcoholmisbruik. De beslissing volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 17 april 2020, en was gebaseerd op de noodzaak van verplichte zorg om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene, die momenteel verblijft in GGZ Delfland, niet gemotiveerd is voor behandeling en geen ziektebesef heeft. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder de advocaat van de betrokkene en een psychiater van GGZ Delfland. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren.
De rechtbank heeft de criteria voor verplichte zorg, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), toegepast en vastgesteld dat het gedrag van betrokkene leidt tot ernstig nadeel. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg goedgekeurd, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 24 oktober 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter D.C.J. Peeck en schriftelijk uitgewerkt op 11 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.