ECLI:NL:RBROT:2020:4224
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Rechterlijke machtiging tot voortzetting van verblijf in verpleeghuis op verzoek van het CIZ
Op 10 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een verzoek van het CIZ voor een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf van een cliënt in een verpleeghuis, op basis van artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt, die lijdt aan Parkinson dementie, verblijft momenteel in verpleeghuis Aafje, Vijf Havens te Rotterdam. Het verzoekschrift van het CIZ is op 30 maart 2020 ingediend, met bijlagen waaronder een indicatiebesluit en verklaringen van zorgverleners. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 april 2020 zijn de cliënt, haar advocaat en zorgverleners gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de psychogeriatrische aandoening van de cliënt leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en gevaar voor de psychische gezondheid van anderen. De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van het verblijf noodzakelijk is om dit ernstige nadeel te voorkomen, en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn. Ondanks het verzet van de cliënt tegen de voortzetting van het verblijf, heeft de rechtbank besloten om de machtiging voor een periode van twee jaar te verlenen, tot en met 10 april 2022. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A. Buizer en schriftelijk uitgewerkt op 20 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.