Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
,
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
- i) te bewijzen dat de overeenkomst d.d. 4 april 2018 is ondertekend door gedaagde als koper, en dat het bij het aangaan van de overeenkomst de bedoeling van eiseres en gedaagde was dat de prijs van de dorpelstenen ad EUR 1.500,-, zoals vermeld in de overeenkomst onder “opmerkingen”, bovenop de in de overeenkomst genoemde totaalprijs van EUR 18.000,- inclusief btw zou komen; en
- ii) zich bij akte uit te laten over het verweer van gedaagde genoemd in overweging 4.16;