ECLI:NL:RBROT:2020:4172

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 mei 2020
Publicatiedatum
8 mei 2020
Zaaknummer
8073666 CV EXPL 19-42143
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de contractspartij en prijs in een overeenkomst tot aanneming van werk

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een geschil tussen Bantazu B.V. (eiseres) en een gedaagde over een overeenkomst tot aanneming van werk voor de levering en plaatsing van kunststof kozijnen. De overeenkomst werd op 4 april 2018 getekend, maar er is onduidelijkheid over wie de contractspartij is: de gedaagde of zijn vader. Eiseres stelt dat de gedaagde de overeenkomst heeft ondertekend, terwijl gedaagde betwist dat hij de overeenkomst heeft getekend en stelt dat zijn vader de contractspartij is. De gedaagde heeft in totaal EUR 12.750,- aan eiseres betaald, maar eiseres vordert nog een bedrag van EUR 7.571,60, vermeerderd met wettelijke rente. De kantonrechter heeft de eiseres in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren dat de overeenkomst door gedaagde is ondertekend. Daarnaast is er een discussie over de hoogte van de afgesproken prijs en of de kosten voor dorpelstenen bovenop de totaalprijs komen. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor verdere bewijslevering en heeft de partijen gewezen op hun verplichtingen in het proces.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8073666 CV EXPL 19-42143
uitspraak: 1 mei 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bantazu B.V.
,
gevestigd te Enschede,
eiseres,
gemachtigde: mr. E. Jacobson,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. P.E. Sprietsma.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘eiseres’ en ‘gedaagde’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 11 september 2019 met bijbehorende producties;
de conclusie van antwoord met bijbehorende producties;
de conclusie van repliek met bijbehorende producties;
de conclusie van dupliek met bijbehorende producties.
Het vonnis is bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.2
Op 4 april 2018 is een overeenkomst getekend (hierna: de “overeenkomst”) voor de levering en plaatsing van kunststof kozijnen door eiseres op het adres [adres] in Rotterdam. Op dit adres wonen gedaagde en de ouders van gedaagde. De ouders van gedaagde hebben de woning in erfpacht van de gemeente Rotterdam. Wie de overeenkomst als koper heeft ondertekend, is in deze procedure onderwerp van geschil.
2.3
De kozijnen zijn eind 2018 geplaatst. In maart 2019 zijn nog herstelwerkzaamheden verricht door de leverancier van de kozijnen, Kozijnbouw B.V. Naar aanleiding daarvan is op 11 maart 2019 een service-opleverbon (hierna: de service-opleverbon”) getekend door, naar eiseres stelt, gedaagde, en, naar gedaagde stelt, de vader van gedaagde. De vader van gedaagde heeft in verband met de koopovereenkomst in totaal EUR 12.750,- aan eiseres betaald.

3..Het geschil

Vordering
3.1
Eiseres vordert dat gedaagde bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan eiseres van een bedrag van EUR 7.571,60, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van EUR 6.750,- vanaf 1 augustus 2019 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten, inclusief nakosten, en met bepaling dat over de totale kostenveroordeling wettelijke rente verschuldigd zal zijn vanaf de 14e dag na het in dezen te wijzen vonnis.
3.2
Eiseres stelt dat zij de overeenkomst is aangegaan met gedaagde. Eiseres stelt voorts dat de met gedaagde overeengekomen koopprijs EUR 19.500,- inclusief btw, bedraagt, zodat gedaagde nog een bedrag van EUR 6.750,- aan eiseres dient te betalen.
Verweer
3.3
Gedaagde betwist dat hij de overeenkomst met eiseres is aangegaan en stelt dat de overeenkomst door zijn vader met eiseres is aangegaan. Gedaagde stelt voorts dat zijn vader, na het aangaan van de overeenkomst, telefonisch met eiseres heeft afgesproken dat de koopprijs zou worden verlaagd naar EUR 12.750,- inclusief btw. Tenslotte betwist gedaagde – voor het geval in rechte komt vast te staan dat hij de wederpartij is van eiseres bij de overeenkomst, en de nadere afspraak tot verlaging van de koopprijs naar EUR 12.750,- niet in rechte komt vast te staan – dat het in de overeenkomst onder “opmerkingen” genoemde bedrag van EUR 1.500,- (voor dorpelstenen) in meerdering komt op de totaalprijs van EUR 18.000,- zoals onderaan de overeenkomst vermeld.

4..De beoordeling

Wie is de contracterende partij: gedaagde of zijn vader?
4.1
Het geschil spitst zich primair toe op de vraag wie de contractspartij is van eiseres: gedaagde of diens vader. Eiseres stelt dat de handtekeningen op de overeenkomst en de service-opleverbon die van gedaagde zijn, zodat gedaagde haar contractspartij is.
4.2
Gedaagde betwist dat de handtekeningen op de overeenkomst en de service-opleverbon van hem zijn en betwist derhalve partij bij de overeenkomst te zijn.
4.3
Gedaagde stelt dat zijn vader, [naam vader] , de wederpartij van eiseres bij de overeenkomst is en heeft daartoe aangevoerd dat zijn vader de overeenkomst en de service-opleverbon heeft getekend, dat zijn vader, samen met zijn moeder, erfpachter van de woning aan de [adres] te Rotterdam is, dat op de overeenkomst, naast de naam “ [naam] ”, het telefoonnummer en het e-mailadres van zijn vader vermeld staan, dat zijn vader het telefonisch contact met eiseres heeft onderhouden, en dat zijn vader alle betalingen aan eiseres heeft verricht.
4.4
Eiseres betwist dat relevant is wie eigenaar of erfpachter van de betreffende woning is en wie de betalingen heeft gedaan, betwist dat uit het op de overeenkomst vermelde telefoonnummer en e-mailadres blijkt dat de vader van gedaagde haar contractspartij is, en ontkent bij gebrek aan wetenschap dat niet gedaagde maar de vader van gedaagde het telefonisch contact met eiseres heeft onderhouden.
4.5
Eiseres stelt dat zij ervan uit mag gaan dat gedaagde haar contractspartij is nu gedaagde op de eerste sommatiebrief van de advocaat, gericht aan “de heer [naam] ”, op eigen naam (“ [gedaagde] ”) heeft gereageerd, gedaagde in de e-mails aan de advocaat van eiseres steeds de ik-vorm heeft gehanteerd en niet heeft aangegeven namens zijn vader te schrijven, en gedaagde in de correspondentie met de advocaat van eiseres niet heeft gereageerd op het feit dat deze, na de eerste e-mail van gedaagde, alle brieven adresseerde aan “ [gedaagde] ”.
4.6
Gedaagde stelt dat hij op de eerste brief van de advocaat van eiseres op eigen naam reageerde omdat uit die brief niet bleek dat die verband hield met de onderhavige kwestie, en dat hij alle volgende e-mails samen met zijn vader heeft opgesteld en daarom heeft ondertekend met “ [naam] ”.
4.7
De kantonrechter overweegt ten aanzien van het primaire verweer van gedaagde het volgende. Gedaagde heeft gemotiveerd betwist dat de overeenkomst door hem is ondertekend. De handelingen van gedaagde waarin eiseres een erkenning leest van haar stelling dat de overeenkomst is ondertekend door gedaagde, vormen geen gerechtelijke erkentenis waarop niet kan worden teruggekomen. Bovendien heeft gedaagde gemotiveerd betwist dat die handelingen als een erkenning waren bedoeld. Het is daarom aan eiseres om te bewijzen dat de overeenkomst door gedaagde als koper is ondertekend. De kantonrechter zal eiseres toelaten tot het leveren van bewijs – met alle middelen die de wet daarvoor biedt – dat de overeenkomst door gedaagde als koper is ondertekend. Indien eiseres in dit bewijs slaagt, komt in rechte vast te staan dat gedaagde de wederpartij is van eiseres bij de overeenkomst.
4.8
Voor het geval eiseres zou overwegen het vorenbedoelde bewijs te leveren met behulp van deskundigenbewijs, in de vorm van een verklaring van een handschriftdeskundige, geeft de kantonrechter eiseres in overweging de kantonrechter een handschriftdeskundige te laten benoemen, zodat de deskundigheid en de onpartijdigheid van deze deskundige voldoende gewaarborgd zijn.
Wat is de hoogte van de afgesproken prijs?
4.9
Voor het geval in rechte mocht komen vast te staan dat gedaagde de wederpartij is van eiseres bij de overeenkomst, heeft gedaagde het verweer gevoerd dat na het tekenen van de overeenkomst telefonisch is afgesproken tussen de vader van gedaagde en de heer [naam persoon] als vertegenwoordiger van eiseres, dat de overeengekomen koopprijs zou worden verlaagd naar EUR 12.750,- inclusief btw. Eiseres betwist dat deze afspraak tussen partijen is gemaakt. Nu gedaagde zich in het kader van zijn subsidiaire verweer op deze afspraak beroept, begrijpt de kantonrechter dit verweer aldus dat de vader van gedaagde deze afspraak voor of namens gedaagde heeft gemaakt. Eiseres is hier ook van uitgegaan, nu haar betwisting op dit punt slechts inhoudt dat een dergelijke afspraak tussen partijen niet is gemaakt.
4.1
Nu eiseres het bestaan van de door gedaagde gestelde afspraak betwist, zal gedaagde, indien eiseres slaagt in het bewijs dat de overeenkomst door gedaagde als koper is ondertekend, worden toegelaten te bewijzen dat na het tekenen van de overeenkomst telefonisch is afgesproken tussen de vader van gedaagde en de heer [naam persoon] dat de overeengekomen koopprijs zou worden verlaagd naar EUR 12.750,- inclusief btw.
Zijn de dorpelstenen vervat in het bedrag van EUR 18.000,-?
4.11
Voor het geval in rechte komt vast te staan dat gedaagde de wederpartij is van eiseres bij de overeenkomst, en de verlaging van de koopprijs naar EUR 12.750,- inclusief btw niet in rechte komt vast te staan, heeft gedaagde betwist dat is afgesproken dat het bedrag van EUR 1.500,- voor dorpelstenen, zoals in de overeenkomst onder “opmerkingen” genoemd, bovenop de totaalprijs van EUR 18.000,- inclusief btw zou komen. Eiseres stelt dat dit uit de overeenkomst zelf blijkt.
4.12
Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt uit de overeenkomst niet ondubbelzinnig dat de totale koopprijs die onderaan de overeenkomst is vermeld (EUR 18.000,-) exclusief het bedrag van EUR 1.500,- voor de dorpelstenen is. Eiseres zal daarom, voor het geval in rechte komt vast te staan dat gedaagde de wederpartij is van eiseres bij de overeenkomst en niet in rechte komt vast te staan dat de koopprijs naar EUR 12.750,- is verlaagd, worden toegelaten tot het bewijs van haar stelling dat het de bedoeling van partijen ten tijde van de ondertekening van de overeenkomst was dat de prijs van de dorpelstenen ad EUR 1.500,- bovenop de in de overeenkomst genoemde totaalprijs van EUR 18.000,- inclusief btw zou komen. Uit een oogpunt van efficiënte procesvoering zal eiseres bij het thans te wijzen tussenvonnis tot het bewijs van deze stelling worden toegelaten, hoewel dit bewijs slechts relevant zal zijn indien eiseres slaagt in het bewijs dat gedaagde de wederpartij is van eiseres bij de overeenkomst en gedaagde niet slaagt in het bewijs dat de koopprijs naar EUR 12.750,- inclusief btw is verlaagd
4.13
Indien eiseres in haar beide bewijsopdrachten slaagt, komt in rechte vast te staan dat de overeenkomst met gedaagde als koper is aangegaan en dat de oorspronkelijk overeengekomen koopprijs EUR 19.500,- inclusief btw bedraagt. Alsdan zal gedaagde worden toegelaten te bewijzen dat in een telefoongesprek tussen de vader van gedaagde en de heer [naam persoon] is afgesproken dat de koopprijs zou worden verlaagd naar EUR 12.750,- inclusief btw.
De buitengerechtelijke incassokosten
4.14
Eiseres maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het gestelde verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden.
4.15
De gemachtigde van eiseres heeft op 24 april 2019 aan ‘de heer [naam] ’ een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW, een zogenoemde ‘kosteloze veertien dagen-brief’.
4.16
Eiseres stelt dat zij de vordering ter incasso uit handen heeft gegeven nadat zij zelf gedaagde diverse malen vergeefs tot betaling had gemaand. Hiermee stelt eiseres dat gedaagde in verzuim verkeerde toen zij de vordering ter incasso uit handen gaf. Gedaagde betwist dat eiseres hem, voorafgaand aan de brief d.d. 24 april 2019, tot betaling heeft gemaand en betwist derhalve dat hij voorafgaand aan die brief in verzuim verkeerde. Indien gedaagde niet in verzuim verkeerde op het moment dat eiseres overging tot het nemen van incassomaatregelen, zal de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen. Nu gedaagde deze betwisting eerst in zijn conclusie van dupliek heeft aangevoerd, zal eiseres worden toegelaten om bij akte daarop te reageren.
4.17
Voor het geval komt vast te staan dat gedaagde in verzuim verkeerde op het moment dat de brief d.d. 24 april 2019 werd verzonden, geldt het volgende.
4.18
Het bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten dat eiseres vordert is, uitgaande van de door haar gevorderde hoofdsom, gelijk aan de genormeerde vergoeding volgens het Besluit, te weten EUR 712,50. Daarom zal de kantonrechter de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten ad EUR 712,50 toewijzen indien eiseres slaagt in het overige aan haar opgedragen bewijs. Indien een gedeelte van de gevorderde hoofdsom wordt toegewezen, zal de kantonrechter de lagere vergoeding toewijzen die volgens het Besluit past bij het bedrag van de toegewezen hoofdsom..
De uitvoerbaarheid bij voorraad
4.19
Eiseres heeft gevorderd het in dezen te wijzen vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Bij conclusie van antwoord heeft gedaagde hiertegen aangevoerd dat eiseres niet heeft gesteld of bewezen belang te hebben bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad van het in dezen te wijzen vonnis. Eiseres heeft naar aanleiding hiervan bij conclusie van repliek gesteld belang te hebben bij de opheffing van de executie-schorsende werking die het gevolg zal zijn van een uitvoerbaarverklaring bij voorraad van het in dezen te wijzen vonnis. Gedaagde heeft hier bij zijn conclusie van dupliek niet op gereageerd. Gedaagde betwist dus niet de stelling van eiseres dat zij belang heeft bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad van het in dezen te wijzen vonnis, en stelt niet een zwaarder wegend belang te hebben bij afwijzing van het verzoek tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Daarom zal de kantonrechter, indien het in dezen te wijzen eindvonnis een veroordeling van gedaagde tot betaling inhoudt, het verweer van gedaagde op dit punt als onvoldoende gemotiveerd passeren.

5..De beslissing

De kantonrechter:
stelt eiseres in de gelegenheid om
  • i) te bewijzen dat de overeenkomst d.d. 4 april 2018 is ondertekend door gedaagde als koper, en dat het bij het aangaan van de overeenkomst de bedoeling van eiseres en gedaagde was dat de prijs van de dorpelstenen ad EUR 1.500,-, zoals vermeld in de overeenkomst onder “opmerkingen”, bovenop de in de overeenkomst genoemde totaalprijs van EUR 18.000,- inclusief btw zou komen; en
  • ii) zich bij akte uit te laten over het verweer van gedaagde genoemd in overweging 4.16;
verwijst de zaak naar de rolzitting van 26 mei 2020 te 14.30 uur waarop eiseres zich bij akte dient uit te laten of zij het bewijs voornoemd wenst te leveren, en zich kan uitlaten als hiervoor omschreven, en;
- indien zij schriftelijk bewijs wenst te leveren, de bewijsstukken direct bij de akte dient in te dienen; en
- indien zij bewijs wenst te leveren door het doen horen van getuigen of deskundigen, de namen van de getuigen en deskundigen met de verhinderdata van alle betrokkenen dient op te geven;
bepaalt dat eventuele getuigenverhoren zullen plaatsvinden in het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100-125 te Rotterdam dan wel in het gerechtsgebouw aan het Steegoversloot 36 te Dordrecht voor de hierna te noemen kantonrechter;
wijst eiseres erop dat zij de door haar aangezochte getuigen en deskundigen zelf dient op te roepen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A.M. Schellekens en uitgesproken door mr. G.A.F.M. Wouters ter openbare terechtzitting.
45449/24134