ECLI:NL:RBROT:2020:4136
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam
Op 21 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 17 april 2020 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene die lijdt aan een psychotische stoornis. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de betrokkene en haar advocaat, mr. G.J. Schipper-de Bruijn, telefonisch zijn gehoord, evenals een arts van Antes GGZ. De officier was niet gehoord omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank beoordeelde het verzoek aan de hand van de criteria uit de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Volgens artikel 7:7 Wvggz kan de rechter een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen indien er onmiddellijk dreigend nadeel is en het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis dit dreigend nadeel veroorzaakt. De arts verklaarde echter dat er geen sprake meer was van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat de betrokkene bereid was om vrijwillig in de accommodatie te verblijven.
Op basis van deze bevindingen heeft de rechtbank besloten het verzoek van de officier van justitie af te wijzen. De beschikking is op 21 april 2020 mondeling gegeven door rechter mr. S.W. Kuip en op 29 april 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.