ECLI:NL:RBROT:2020:4079

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 april 2020
Publicatiedatum
4 mei 2020
Zaaknummer
C/10/595399 / FA RK 20-2864
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wvggz

Op 24 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot deze zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 21 april 2020, met als doel de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en ernstig nadeel af te wenden. De betrokkene, die lijdt aan een recidief paranoïde psychose in het kader van schizofrenie, vertoonde verontrustend gedrag, waaronder het stoppen met medicatie, wat leidde tot psychotische decompensatie en overlast in de buurt. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 april 2020 werd de betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat, en werden relevante medische verklaringen en zorgplannen besproken.

De rechtbank oordeelde dat er voldaan was aan de criteria voor verplichte zorg, aangezien er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren en de betrokkene onvoldoende ziekte-inzicht had. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter H.I. Kernkamp-Maathuis en schriftelijk uitgewerkt en getekend op dezelfde dag. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595399 / FA RK 20-2864
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 24 april 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie de Gantel te Sliedrecht,
advocaat mr. C.E. Willemsen te Gorinchem.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 21 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door M.J.W. Vreeling, psychiater, van 15 april 2020;
 de zorgkaart van 21 april 2020;
 het zorgplan van 20 april 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de relevante politiegegevens.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam psychiater] , psychiater en [naam huisarts] , huisarts in opleiding, beiden verbonden aan Yulius, locatie de Gantel.
1.2.
De officier is telefonisch niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 1 april 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 22 april 2020. Tijdig, te weten op 21 april 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een recidief paranoïde psychose in het kader van schizofrenie, deels in remissie.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van andere oproept. Betrokkene is in de thuissituatie op eigen initiatief gestopt met het innemen van zijn medicatie waarna hij psychotisch decompenseerde met wanen, hallucinaties en achterdocht als gevolg. Zo dacht hij dat zijn buurvrouw jaloers op hem was en dat zij met hem wilde samenwonen. Betrokkene keerde steeds meer in zichzelf, vervuilde zijn woning en zette de hoofdschakelaar uit, waardoor hij geen licht meer had, de CV ketel het niet deed en hij geen warm water meer had. Ook zorgde betrokkene ’s nachts voor overlast in de buurt omdat hij schreeuwde. Op de afdeling wordt gesignaleerd dat door de medicatie er inmiddels weer contactgroei mogelijk is, maar dat het betrokkene nog ontbreekt aan ziekte-inzicht. Betrokkene is ook nog niet voldoende gestabiliseerd om de accommodatie te verlaten. Hij dient nog nader ingesteld te worden op de medicatie.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Er is geen ziektebesef en –inzicht bij betrokkene.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening voor de duur van zes maanden;
 het beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van drie maanden;
 het opnemen in een accommodatie voor de duur van drie maanden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 24 oktober 2020.
Deze beschikking is op 24 april 2020 mondeling gegeven door mr. H.I. Kernkamp-Maathuis, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Veldthuis, griffier, en op 24 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.