ECLI:NL:RBROT:2020:4067
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op basis van de Wet zorg en dwang
Op 9 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een verzoek tot rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De cliënt, die lijdt aan een neurocognitieve stoornis van het vasculaire type, verblijft momenteel in het Verpleeghuis Laurens te Rotterdam. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat de medische verklaring, opgesteld door drs. A.J.J.M. Keijzer-van Laarhoven, voldoet aan de eisen van de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft geen twijfels over de onafhankelijkheid van de arts die de verklaring heeft opgesteld, ondanks dat deze verbonden is aan de zorgaanbieder waar de cliënt verblijft.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de cliënt, als gevolg van zijn psychogeriatrische aandoening, leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op lichamelijk letsel en verwaarlozing. Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om dit nadeel te voorkomen, en de opname en verblijf zijn noodzakelijk. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 9 oktober 2020, in afwijking van de door het CIZ verzochte termijn van vijf jaar. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.L. Sandberg-Crommelin en schriftelijk uitgewerkt op 15 april 2020.