ECLI:NL:RBROT:2020:4020

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 april 2020
Publicatiedatum
1 mei 2020
Zaaknummer
C/10/593993 / JE RK 20-855
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in het kader van ondertoezichtstelling

Op 22 april 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2005. De zaak werd behandeld in het kader van een ondertoezichtstelling die eerder was verlengd tot 23 juli 2020. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, had verzocht om de minderjarige in een gesloten accommodatie te plaatsen vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. Tijdens de zitting, die vanwege coronamaatregelen telefonisch werd gehouden, werd de minderjarige gehoord, evenals een vertegenwoordiger van de GI en de moeder. De kinderrechter oordeelde dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk was om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen en om te voorkomen dat hij zich aan de hulp zou onttrekken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige kampt met een chronische aanpassingsstoornis, agressief gedrag en een belast verleden, wat zijn veiligheid en die van anderen in gevaar brengt. De kinderrechter verleende de machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 22 april 2020 tot uiterlijk 23 juli 2020. De beschikking is mondeling gegeven door de kinderrechter en kan door belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/593993 / JE RK 20-855
datum uitspraak: 22 april 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2005 te [geboorteplaats minderjarige] ( [geboorteland minderjarige] ), hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 27 maart 2020, ingekomen bij de griffie op 30 maart 2020;
- de verklaring d.d. 27 maart 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 22 april 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 22 april 2020 zou de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandelen. Vanwege het beleid van de Raad voor de rechtspraak om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zoals dat op 16 maart 2020 op www.rechtspraak.nl is gepubliceerd, heeft er geen fysieke zitting plaatsgevonden. Gelet hierop zijn de betrokken in de gelegenheid gesteld om telefonisch te worden gehoord.
Telefonisch gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige] , voorafgaand aan de zitting apart en bijgestaan door mr. A.F.M. den Hollander,
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger] .
Getracht telefonisch te horen, maar niet bereikbaar was:
- de moeder.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan de mentor van [voornaam minderjarige] van Groot Emaus, [naam mentor] (die aanwezig was in dezelfde ruimte als [voornaam minderjarige] en die kon meeluisteren).
De kinderrechter is van oordeel dat deze manier van horen – gelet op de huidige uitzonderlijke omstandigheden – op dit moment voldoende is om tot een goed oordeel te komen en zal daarom een beslissing nemen, zonder verdere mondelinge behandeling.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder. [voornaam minderjarige] verblijft in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, te weten Groot Emaus.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven verzocht voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 23 juli 2020.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. In de afgelopen periode hebben zich een flink aantal incidenten voorgedaan waarbij door de begeleiding van Groot Emaus fysiek moest worden ingegrepen om de veiligheid van [voornaam minderjarige] en/of anderen te waarborgen. De behandeling komt mede hierdoor onvoldoende van de grond. Daarnaast staat [voornaam minderjarige] momenteel onvoldoende open voor behandeling. Binnen een gesloten setting kan [voornaam minderjarige] worden gestabiliseerd, zodat hij aan de noodzakelijke behandeling toekomt.

Het standpunt van [voornaam minderjarige]

Door en namens [voornaam minderjarige] is ingestemd met het verzoek van de GI. [voornaam minderjarige] zou graag in de buurt van Rotterdam geplaatst willen worden, zodat zijn moeder op bezoek kan komen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Uit de overgelegde stukken en de zitting is het gebleken dat bij [voornaam minderjarige] sprake is van kindeigen problematiek. [voornaam minderjarige] functioneert verstandelijk en sociaal-emotioneel op een licht beperkt niveau en er is sprake van een chronische aanpassingsstoornis. Daarnaast is er sprake van agressief gedrag en een belast verleden met traumatische gebeurtenissen. [voornaam minderjarige] kan sociale situaties onvoldoende overzien en risicovolle situaties onvoldoende inschatten waardoor er zorgen bestaan over zijn veiligheid en die van anderen. Ook kan hij weglopen en zich onttrekken aan de noodzakelijke hulp. Sinds 23 juli 2019 verblijft [voornaam minderjarige] in een open groep bij Groot Emaus. In het afgelopen jaar heeft de begeleiding veelvuldig fysiek moeten ingrijpen om de veiligheid van [voornaam minderjarige] en anderen te waarborgen. Ondanks verschillende behandelinterventies lukt het onvoldoende om het patroon van boosheid en agressie binnen de open setting te doorbreken. Het lukt [voornaam minderjarige] onvoldoende om mee te werken aan zijn behandeling, waardoor deze onvoldoende van de grond komt. Binnen de beschermde omgeving van een gesloten plaatsing kan [voornaam minderjarige] gestabiliseerd worden en kan zijn veiligheid worden gewaarborgd, zodat [voornaam minderjarige] daadwerkelijk de behandeling kan krijgen die hij nodig heeft.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen, en wel voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten 23 juli 2020.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 22 april 2020 tot uiterlijk 23 juli 2020.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. E.J. Stalenberg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. de Roo als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 28 april 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.