ECLI:NL:RBROT:2020:3955

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 april 2020
Publicatiedatum
29 april 2020
Zaaknummer
C/10/594803 / FA RK 20-2587
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 20 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de toewijzing van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en plaats, die thans verblijft in het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. Het verzoek tot zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 10 april 2020, in aansluiting op een eerder verleende machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel op 23 maart 2020. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 april 2020, waarbij de betrokkene en haar advocaat, mr. T.R. Hüpscher, aanwezig waren, evenals een psychiater en een arts van het Erasmus Medisch Centrum. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank beoordeelde of voldaan was aan de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, mogelijk een psychose in het kader van een schizofrene of bipolaire stoornis. Haar gedrag leidde tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstige psychische schade en verwaarlozing. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren, aangezien de betrokkene onvoldoende bereid was om behandeling te accepteren. De rechtbank verleende daarom een zorgmachtiging voor de duur van vier maanden, met specifieke maatregelen voor verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. A. Buizer en is op 23 april 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/594803 / FA RK 20-2587
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 20 april 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam,
advocaat mr. T.R. Hüpscher te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 10 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door P.F. Bouvy, psychiater, van 8 april 2020;
 de zorgkaart van 7 april 2020 met bijlagen;
 het zorgplan van 7 april 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat,
 [naam psychiater] , psychiater, en
 [naam arts] , arts, beiden verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 23 maart 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 10 april 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychose, mogelijk in het kader van een schizofrene of bipolaire stoornis.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op het ontstaan van ernstige psychische schade bij betrokkene en haar steunsysteem. Daarnaast bestaat het risico dat betrokkene zichzelf ernstig zal verwaarlozen en maatschappelijk teloor zal gaan. Betrokkene is opgenomen wegens forse agitatie. Zij kon niet tot rust komen. De eerste drie weken heeft zij, in verband met deze agitatie, in een separeerruimte doorgebracht. In die drie weken zijn er hoge doseringen medicatie toegediend maar dit heeft geen beter beeld gegeven. Sinds kort is het beeld verbeterd, nadat zij andere medicatie toegediend heeft gekregen. Betrokkene heeft last van bijwerkingen van deze medicatie dus het blijft zoeken naar de juiste medicamenteuze behandeling. Betrokkene heeft een blanco psychiatrische voorgeschiedenis waardoor het nog onduidelijk is in welk kader deze psychose is. Voor een kort durende psychische stoornis bestaan de klachten inmiddels te lang. Door alle onduidelijkheid die er nog is, is het van belang verdere diagnostiek te doen en is het noodzakelijk betrokkene goed in te stellen op de juiste medicatie.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Tijdens de zitting geeft betrokkene duidelijk aan dat zij bereid is om langer opgenomen te blijven indien haar behandelaren dit noodzakelijk achten voor haar herstel. Zij ziet het belang in van goede behandeling en geeft aan zelf pas naar huis te willen wanneer dit verantwoord is. De behandelaren van betrokkene bevestigen deze vrijwilligheid maar geven aan dat dit voortkomt uit haar huidige toestandsbeeld. Gelet op de bijwerkingen die betrokkene nog ervaart van de medicatie die zij nu gebruikt, is het noodzakelijk andere medicatie te gaan gebruiken. Wanneer het toestandsbeeld verandert doordat betrokkene ingesteld wordt op andere medicatie kan de momenteel aanwezige bereidheid tot vrijwillig verblijf verdwijnen. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen;
 het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
 het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verkorte duur van vier maanden, aangezien het binnen deze tijd mogelijk moet kunnen zijn om betrokkene op de juiste medicatie in te stellen en, zo is de verwachting, vrijwillig en ambulant te gaan behandelen.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 augustus 2020.
Deze beschikking is op 20 april 2020 mondeling gegeven door mr. A. Buizer, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 23 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.