ECLI:NL:RBROT:2020:3953

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 april 2020
Publicatiedatum
29 april 2020
Zaaknummer
C/10/594758 / FA RK 20-2558
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 20 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de toewijzing van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en woonachtig op een onbekend adres, die thans verblijft in Antes GGZ te Poortugaal. De officier van justitie in het arrondissement Rotterdam heeft op 9 april 2020 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van diverse bijlagen, waaronder een medische verklaring van psychiater J. Verveer. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 april 2020 is betrokkene gehoord, samen met haar advocaat mr. J.J. van Santbrink, en een psycholoog van Antes. De officier was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie, en dat haar gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene heeft onvoldoende ziektebesef en -inzicht, wat leidt tot zorgmijding. De rechtbank concludeert dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 20 oktober 2020, en bepaalt dat de noodzakelijke maatregelen, zoals het toedienen van medicatie, vocht en voeding, kunnen worden getroffen.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. A. Buizer en schriftelijk uitgewerkt door griffier C.D. van der Veeke. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/594758 / FA RK 20-2558
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 20 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes GGZ, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. J.J. van Santbrink te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 9 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door J. Verveer, psychiater, van 10 maart 2020;
 de zorgkaart van 9 maart 2020;
 het zorgplan van 9 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
 [naam psycholoog] , psycholoog, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang. Betrokkene heeft onvoldoende ziektebesef en -inzicht wat kan leiden tot ambivalentie in zorgmijding. Betrokkene heeft ook last van chronische PTSS en wordt snel overprikkkeld en gaat ook daardoor contacten en zorg mijden. Tijdens de zitting geeft betrokkene aan dat het goed met haar gaat maar dat ze nog niet is waar we zou moeten zijn. Ze heeft al lange tijd last van slaapdronkenheid en zou graag willen dat de medicatie stopt zodat ze kan zien of dat de oorzaak is. Tot op heden is het niet gelukt een oorzaak te vinden voor de slaapdronkenheid die betrokkene beschrijft. De psycholoog vertelt dat er l eens is geprobeerd te stoppen met de medicatie die haar toestandsbeeld stabiel houdt, maar dit had geen effect voor de slaapdronkenheid. Betrokkene ontkent dat dit geprobeerd is en geeft aan te willen stoppen met haar medicatiegebruik om te kijken of de slaapdronkenheid dan afneemt. Zij zal dit nogmaals met de behandelend psychiater bespreken.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene stabiel te houden, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Tijdens de zitting is gebleken dat betrokkene zich niet tegen opname in de accommodatie verzet. Er wordt een plek voor haar gezocht in een verpleeghuis in Oud-Beijerland en betrokkene vindt het geen probleem om tot die tijd in de accommodatie te verblijven. Gelet op het feit dat er bij betrokkene sprake is van onvoldoende ziektebesef en –inzicht is verplichte zorg in de vorm van toedienen van medicatie, vocht en voeding wel noodzakelijk. Bij betrokkene is sprake van ondergewicht en eten en drinken gaat bij betrokkene niet vanzelf. Het is noodzakelijk om dit te kunnen monitoren. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van vocht, voeding en medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 oktober 2020.
Deze beschikking is op 20 april 2020 mondeling gegeven door mr. A. Buizer, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 23 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.