ECLI:NL:RBROT:2020:3952

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 april 2020
Publicatiedatum
29 april 2020
Zaaknummer
C/10/594668 / FA RK 20-2520
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 20 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren op [geboortedatum betrokkene], die thans verblijft in Antes, locatie Zorgboulevard te Rotterdam. Dit gebeurde op verzoek van de officier van justitie, na een mondelinge behandeling waarin de betrokkene en zijn advocaat, mr. T.R. Hüpscher, telefonisch werden gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychose NAO en middelenabusus, en daarnaast ernstige hartproblemen heeft. Het gedrag van de betrokkene leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en de betrokkene niet bereid is om behandeling te accepteren. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door mr. A. Buizer en schriftelijk uitgewerkt op 23 april 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/594668 / FA RK 20-2520
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 20 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Zorgboulevard te Rotterdam,
advocaat mr. T.R. Hüpscher te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 8 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door S. Weeda, psychiater, van 6 april 2020;
 de zorgkaart van 6 april 2020;
 het zorgplan van 4 april 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam arts] , arts, verbonden aan Antes.
Betrokkene werd één keer boos en is even uit het gesprek weggelopen. Wat later kwam hij weer terug. Op het moment dat de rechtbank haar beslissing mededeelde laaiden de emoties weer op bij betrokkene en even later werd de verbinding met de arts verbroken en lukte het niet meer om verbinding te krijgen. Later deelde de arts mee dat betrokkene haar telefoon uit haar handen had gepakt en tegen de muur had gegooid, waarna de telefoon kapot was. Op dat moment heeft betrokkene de beslissing verder uitgelegd aan de arts en de advocaat. Betrokkene nam niet meer deel aan dat stukje gesprek.
Ook heeft betrokkene eerder in het gesprek verteld dat hij het niet accepteerde dat de advocaat en de rechtbank niet lijfelijk aanwezig waren bij de mondelinge behandeling, maar telefonisch hoorden. De rechtbank heeft uitgelegd dat het niet anders kan, maar betrokkene heeft dat niet geaccepteerd.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychose NAO en middelen abusus. Daarnaast is er een somatische diagnose, te weten ernstige hartproblemen.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsle, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Ook bestaat het risico dat betrokkene wegens hinderlijk gedrag agressie van anderen jegens zichzelf zal oproepen en bestaat er gevaar voor de algemene veiligheid van personen een goederen. Betrokkene heeft een lange geschiedenis met drugsgebruik en psychoses. Vermoedelijk worden deze psychoses geluxeerd door het drugsgebruik. Om dit drugsgebruik onder controle te krijgen is betrokkene meerdere malen opgenomen geweest teneinde af te kunnen kicken. Wanneer er echter sprake is van een terugval in drugsgebruik ontstaat er wederom een psychotisch beeld met agressie en achterdocht. Met een dergelijk psychotisch beeld is betrokkene nu opgenomen in de accommodatie. Hij denkt dat er zenders in zijn lichaam zitten en heeft, naar eigen zeggen, medewerkers van de accommodatie voor zijn huis zien rijden. Voortkomend uit deze achterdocht weigert betrokkene het innemen van zijn voorgeschreven medicatie. Er is een verdenking dat betrokkene apparaten op de afdeling onklaar maakt. Bij betrokkene is naast een psychische stoornis sprake van een ernstige somatische aandoening. Hij heeft een hartafwijking die er voor zorgt dat zijn hart een pompfunctie van slechts 15% heeft. Dit brengt risico mee voor lichamelijk letsel bij betrokkene. Het is noodzakelijk om betrokkene klinisch in te stellen op medicatie om zijn toestandsbeeld te stabiliseren. Betrokkene erkent dit alles niet. Hij stelt dat zijn gezondheid goed is en dat hij geen psychische aandoeningen heeft. Hij stelt dat hij een paar maanden geleden in een afkickkliniek juist in overleg zijn psychische medicatie afgebouwd heeft en dat hij thuis kan wonen, bij zijn ouders.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat betrokkene zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig. Het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene zal het stabiliseren van de fysieke gezondheid bevorderen, daar redelijkerwijs te verwachten valt dat bereidwilligheid tot inname van cardiale medicatie zal toenemen wanneer patiënt wordt behandeld met antipsychotica. Dit zal een gunstig effect hebben op de reeds slechte cardiale prognose.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene geeft duidelijk aan dat hij ervan overtuigd is dat er niets met hem aan de hand is. De advocaat van betrokkene geeft aan dat er geen sprake is van een ziekte die dusdanig ernstig is dat verplichte zorg noodzakelijk is. Betrokkene meent dat hij terug kan naar zijn ouders en daar een ambulant behandeltraject kan volgen. De behandelaar geeft aan dat zij de ouders van betrokkene wekelijks spreekt en dat deze hebben aangegeven het niet te zien zitten als betrokkene wederom bij hen komt wonen. Zij hebben al 17 jaar met deze problematiek te maken en kunnen het niet meer aan. Bij betrokkene is dan sprake van dusdanig ernstige agressie dat zij hem niet in huis kunnen nemen. Gelet op het voorgaande is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het onderzoek aan kleding of lichaam;
 het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen;
 het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
 het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
 het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
 het opnemen in een accommodatie.
Het incident, dat tijdens de zitting is gebeurd, geeft ook aan dat de nodige verplichte zorg gedwongen moet kunnen worden ingezet als dat nodig is.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 oktober 2020.
Deze beschikking is op 20 april 2020 mondeling gegeven door mr. A. Buizer, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 23 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.