ECLI:NL:RBROT:2020:3935

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 april 2020
Publicatiedatum
29 april 2020
Zaaknummer
C/10/590054 / JE RK 20-194
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van gesloten jeugdhulp tijdens coronamaatregelen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 april 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden, omdat er zorgen zijn over het impulsieve gedrag van [voornaam minderjarige] en haar beperkte inzicht in seksueel grensoverschrijdend gedrag. De minderjarige verblijft op dat moment in de gesloten jeugdhulpinstelling Hestia.

De kinderrechter heeft de zaak telefonisch behandeld, in het kader van de coronamaatregelen, waarbij de betrokkenen zijn gehoord. De ouders van [voornaam minderjarige] hebben ingestemd met de ondertoezichtstelling en zijn positief over de hulpverlening. De GI (gecertificeerde instelling) heeft zich aangesloten bij het verzoek van de Raad en benadrukt de vooruitgang die [voornaam minderjarige] heeft geboekt.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om haar ontwikkeling en veiligheid te waarborgen. De kinderrechter heeft besloten om [voornaam minderjarige] onder toezicht te stellen van de GI Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot 14 oktober 2020. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/590054 / JE RK 20-194
datum uitspraak: 14 april 2020

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2003 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de brief met bijlagen van de Raad van 10 april 2020, ingekomen bij de griffie op 10 april 2020.
De mondelinge behandeling van de zaak stond gepland op 14 april 2020. Vanwege het beleid van de Raad voor de rechtspraak om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zoals dat op 16 maart 2020 op www.rechtspraak.nl is gepubliceerd, heeft er geen fysieke zitting plaatsgevonden. De kinderrechter heeft de betrokkenen telefonisch, in een zogenoemde conference call, in aanwezigheid van de griffier gehoord.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan de zitting telefonisch is gehoord, bijgestaan door mr. W.R. Arema, haar advocaat in het kader van haar plaatsing in de gesloten jeugdhulp,
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam vertegenwoordigster 1] ,
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de GI), mw. [naam vertegenwoordigster 2] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft in de gesloten jeugdhulpinstelling Hestia.
Bij beschikking van 21 januari 2020 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 21 april 2020 en is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken.
Bij beschikking van 10 februari 2020 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 18 februari 2020 tot 21 april 2020.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verzocht voor de duur van zes maanden.
De Raad heeft het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige] is heel impulsief. Er zijn zorgen over haar beperkte inzicht in haar seksueel grensoverschrijdende gedrag. Er is een veiligheidsplan opgesteld. Er is een aanmelding gedaan bij MST (multisysteemtherapie), waarvoor een wachttijd geldt van twee maanden. Binnen de ondertoezichtstelling kan zicht worden gehouden op de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] en het verloop van de MST. De Raad verwacht dat daarna de hulpverlening voortgezet kan worden binnen het vrijwillig kader.

Het standpunt van de GI

De GI heeft zich aangesloten bij het verzoek van de Raad. De GI is zeer positief over de vooruitgang die [voornaam minderjarige] heeft laten zien. [voornaam minderjarige] heeft ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt, maar is zich nu bewust van de gevaren en van de betrokkenheid van haar ouders.

Het standpunt van belanghebbenden

De ouders hebben ingestemd met de ondertoezichtstelling. De ouders zijn blij dat [voornaam minderjarige] naar huis komt en staan open voor de hulpverlening die nodig is.

De beoordeling

De kinderrechter is van oordeel dat in deze zaak telefonisch horen voldoende is om tot een goed oordeel te komen over het verzoek en zal daarom een beslissing nemen, zonder verdere mondelinge behandeling.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. [voornaam minderjarige] heeft zeer zorgelijk en seksueel grensoverschrijdend gedrag vertoond. Zij is beïnvloedbaar en impulsief en zag de gevolgen van haar gedrag onvoldoende in. Daarom is [voornaam minderjarige] op 21 januari 2020 voorlopig onder toezicht gesteld en binnen de gesloten jeugdhulp geplaatst. Hier heeft [voornaam minderjarige] veel geleerd op het gebied van autonomie, emotieregulatie en intimiteit, waardoor een thuisplaatsing, na een relatief korte tijd, mogelijk is. Er is een veiligheidsplan opgesteld om te zorgen dat [voornaam minderjarige] haar positieve ontwikkeling voortzet. Vanwege de zorgelijke situatie ten tijde van de voorlopige ondertoezichtstelling is de kinderrechter van oordeel dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de thuisplaatsing van [voornaam minderjarige] te waarborgen, de ouders te begeleiden en zicht te houden op de ontwikkeling en veiligheid van [voornaam minderjarige] .
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom [voornaam minderjarige] onder toezicht stellen voor de duur van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam tot 14 oktober 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2020 door mr. M.J.M. Marseille, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.F. Verhaart als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 april 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.