In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 14 april 2020 een beschikking gegeven over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken van de minderjarige kinderen [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De kinderrechter heeft de zaak telefonisch behandeld vanwege de coronamaatregelen, waarbij de moeder vertegenwoordigd werd door haar advocaat, mr. M. Verschoor. De vader, de bijzondere curator en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling (GI) waren ook aanwezig. De kinderen verbleven op dat moment bij hun vader, terwijl er nauwelijks contact was met de moeder. De moeder verzocht om een herziening van de zorgregeling, die eerder was vastgesteld in een beschikking van 16 januari 2020. De bijzondere curator adviseerde om de GI de zorgregeling te laten vormgeven in overleg met de ouders, wat door de vader werd ondersteund. De kinderrechter oordeelde dat de huidige situatie, waarin de kinderen bij de vader verblijven, niet meer overeenkomt met de eerdere regeling en dat het belangrijk is om het contact tussen de moeder en de kinderen te herstellen. De kinderrechter heeft daarom besloten dat de GI de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken zal vormgeven, met als doel het contact tussen de moeder en de kinderen te herstellen. Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, mr. M.J.M. Marseille, in aanwezigheid van de griffier, mr. L.F. Verhaart.