ECLI:NL:RBROT:2020:3849

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 mei 2020
Publicatiedatum
28 april 2020
Zaaknummer
8247130
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake betwisting van digitaal aangaan van overeenkomst met telecomprovider

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 15 mei 2020, heeft de kantonrechter zich gebogen over een geschil tussen Tele2 Nederland B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. De eiseres, Tele2, vorderde betaling van abonnementskosten en schadevergoeding van de gedaagde, die betwistte dat er een overeenkomst was gesloten. De gedaagde had een overeenkomst met Tele2 voor de levering van telecommunicatiediensten, maar stelde dat hij deze overeenkomst tijdig had opgezegd. Tele2 stelde daarentegen dat de gedaagde in mei 2018 een nieuwe overeenkomst had gesloten voor een periode van 12 maanden, wat de gedaagde ontkende. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de totstandkoming van de overeenkomst en heeft Tele2 in de gelegenheid gesteld om aanvullende informatie te verstrekken. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de kantonrechter de gedaagde en Tele2 heeft gevraagd om hun standpunten verder te onderbouwen. De beslissing om de zaak aan te houden is genomen om ervoor te zorgen dat alle relevante feiten en omstandigheden in kaart worden gebracht, zodat een weloverwogen oordeel kan worden gegeven.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8247130 \ CV EXPL 20-167
uitspraak: 15 mei 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Tele2 Nederland B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V. te Groningen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] , gemeente [gemeente] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Tele2’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding met producties van 6 december 2019;
  • de schriftelijke reactie van [gedaagde] ;
  • de brief van [gedaagde] van 29 januari 2020;
  • de conclusie van repliek met een productie;
  • de conclusie van dupliek met een productie.
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
[gedaagde] had een overeenkomst met Tele2 tot het (tegen betaling) leveren van vaste telecommunicatiediensten, namelijk internet en telefonie, door Tele2 aan hem.
2.2.
In juli 2018 heeft Tele2 een e-mail verzonden aan [gedaagde] , waarin (voor zover relevant) is vermeld:
“Voor jou betekent dit dat je totale abonnementskosten per 1 september veranderen van € 45,00 naar € 47,00 per maand. (…) Niet mee eens? Je kan tot 31 augustus kosteloos opzeggen via telefoonnummer 020 – 754 4444.”
2.3.
Op 27 september 2018 heeft [gedaagde] via de digitale omgeving van Tele2, MijnTele2, zijn overeenkomst met Tele2 opgezegd. Op die dag heeft Tele2 hem een e-mail verzonden, waarin (voor zover relevant) is vermeld: “
Jammer dat je weggaat bij Tele2. Maar het is jouw beslissing, dus we gaan het netjes afhandelen. We beëindigen je abonnement op 11 oktober 2018. Vanaf die datum vervalt ook de maandelijkse incasso. Je hebt je contract binnen de contracttermijn opgezegd. Dat mag, maar je moet natuurlijk wel het abonnementsgeld voor de resterende periode betalen. In jouw geval is dat € 175,47, berekend over de periode 11 oktober 2018-25 mei 2019. Dit totaalbedrag wordt eenmalig in rekening gebracht. Je ontvangt hiervoor een aparte factuur.
2.4.
[gedaagde] heeft de facturen die Tele2 hem gezonden heeft betreffende de maanden augustus en september en een deel van oktober, ter hoogte van in totaal € 95,03, en de factuur inzake de voortijdige beëindiging van de overeenkomst ter hoogte van € 175,47 onbetaald gelaten.

3..De vordering

3.1.
Tele2 heeft bij dagvaarding gevorderd, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen:
  • € 95,03 aan abonnementsgelden en € 40,- aan incassokosten;
  • € 145,02 aan schadevergoeding, voor de schade die Tele2, wegens ontbinding van de overeenkomst, heeft geleden, als gevolg van de tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] ; dan wel een door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen bedrag aan schadevergoeding;
  • te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding over het toe te wijzen bedrag tot de dag van de algehele voldoening;
  • en de proceskosten, alsmede de nakosten.
3.2.
Aan haar vordering heeft Tele2 ten grondslag gelegd dat partijen digitaal door middel van de website van Tele2 een overeenkomst zijn aangegaan voor de duur van 12 maanden, te weten van 25 mei 2018 tot en met 25 mei 2019. Door de wanbetaling van [gedaagde] en diens opzegging van de overeenkomst had Tele2 goede gronden te vrezen dat [gedaagde] in de nakoming tekort zou (blijven) schieten, zodat zij de overeenkomst heeft ontbonden. De schade van Tele2 als gevolg van de ontbinding komt voor rekening van [gedaagde] . De schadevergoeding heeft Tele2 berekend op grond van de formule van het LOVCK, te weten de helft van de abonnementsgelden over de resterende abonnementsperiode, exclusief btw (waar in het eerder gevorderde bedrag van € 175,47 nog btw was begrepen).
3.3.
[gedaagde] heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering en daaraan het volgende ten grondslag gelegd. [gedaagde] betwist dat partijen in mei 2018 een nieuwe overeenkomst met elkaar hebben gesloten. Hij stelt dat hij reeds enkele jaren een overeenkomst met Tele2 heeft. Hij heeft in mei 2018 weliswaar telefonisch contact gehad met Tele2 over het verhogen van zijn internetsnelheid, waarbij Tele2 hem gemeld heeft dat dit mogelijk tot een contractverlenging zou leiden, dit is echter nadien niet meer bevestigd of verduidelijkt door Tele2. [gedaagde] heeft namelijk in het geheel niets meer vernomen van Tele2. Daarom is slechts sprake van een opzegtermijn van een maand. [gedaagde] stelt daarnaast dat hij, na het bericht van Tele2 over de aanstaande tariefsverhoging, meerdere malen geprobeerd heeft de overeenkomst telefonisch op te zeggen per 31 augustus 2018, maar dat het daartoe genoemde telefoonnummer niet bereikbaar was. Hij heeft het contract daarom eind augustus 2018 per e-mail opgezegd. De opzegging van 27 september 2018 betrof slechts een herbevestiging van de eerder gedane opzeggingen.

4..De beoordeling

4.1.
Wat partijen in deze procedure allereerst verdeeld houdt is de vraag of partijen in mei 2018 een nieuwe overeenkomst zijn aangegaan voor de duur van 12 maanden. In dat kader overweegt de kantonrechter het volgende.
4.2.
Tele2 heeft ter onderbouwing van haar stelling, dat partijen in mei 2018 via de website van Tele2 een nieuwe overeenkomst hebben gesloten, slechts een e-mail in het geding gebracht, die is gericht aan [gedaagde] , waarin Tele2 meldt dat zijn nieuwe abonnement zal ingaan op 25 mei 2018, voor de duur van 12 maanden, tegen een bedrag van € 45,- per maand. [gedaagde] voert echter aan dat hij na zijn telefonisch verzoek om sneller internet niets meer heeft vernomen van Tele2, hij betwist daarmee dus de stelling van Tele2 dat de overeenkomst digitaal is gesloten en betwist daarmee eveneens de ontvangst van de voornoemde e-mail. Weliswaar heeft Tele2 een uitdraai van haar systeem overgelegd, daaruit is echter niet af te leiden wanneer, welke e-mail is verzonden aan [gedaagde] en op welke manier de overeenkomst tot stand is gekomen. Nu [gedaagde] zich pas bij zijn conclusie van dupliek voor het eerst op het standpunt heeft gesteld dat hij in mei 2018 geen nieuwe overeenkomst heeft gesloten met Tele2 wordt Tele2 in de gelegenheid gesteld om zich bij akte hierover uit te laten.
Daarbij is het tevens van belang te weten per wanneer [gedaagde] voor mei 2018 een overeenkomst is aangegaan en welke voorwaarden en tarieven daarvoor golden tot 25 mei 2018 alsmede welke bedragen [gedaagde] voor en na 25 mei 2018 heeft betaald en waar deze betalingen aan dienen te worden toegerekend.
4.3.
De kantonrechter houdt in afwachting van de uitlating van Tele2 iedere beslissing aan.

5..De beslissing

De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rolzitting van
donderdag 11 juni 2020 om 14.30 uur, teneinde Tele2 in de gelegenheid te stellen zich nader schriftelijk uit te laten ten aanzien van de punten als omschreven in r.o. 4.2.
Deze schriftelijke reactie dient in tweevoud ingestuurd te worden en
uiterlijk de dag vóór genoemde rolzitting om 12.00 uur ter griffieontvangen te zijn;
houdt verder iedere beslissing aan;
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.L.M. van der Wildt en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
33394