Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser 1] ,
1..Het verloop van de procedure
2..De feiten
3..De vordering
4..Het verweer
5..De beoordeling
6..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vorderden eisers, [eiser 1] en [eiser 2], een verklaring voor recht dat de besloten vennootschap Mourik Groot-Ammers BV onrechtmatig heeft gehandeld en verzochten zij om schadevergoeding van € 24.209,33. De eisers stelden dat als gevolg van werkzaamheden uitgevoerd door Mourik in opdracht van de gemeente Brunssum schade aan hun woning was ontstaan. Mourik voerde vanaf december 2016 werkzaamheden uit in de Muziekbuurt, waarbij onder andere riolering en trottoirs werden vervangen. Tijdens deze werkzaamheden zou een gemetselde rioolput herhaaldelijk op de grond zijn laten vallen, wat volgens eisers schade aan hun woning zou hebben veroorzaakt.
De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken, waaronder rapporten van deskundigen. De rechter oordeelde dat het causaal verband tussen de werkzaamheden van Mourik en de gestelde schade niet was aangetoond. Zowel het rapport van [bedrijf 1] als de bevindingen van [bedrijf 2] wezen erop dat de scheurvorming in de woning al vóór de werkzaamheden aanwezig was. De kantonrechter concludeerde dat eisers niet voldoende bewijs hadden geleverd om aan te tonen dat de schade het gevolg was van de werkzaamheden van Mourik.
Daarom werd de vordering van eisers afgewezen en werden zij veroordeeld in de proceskosten. De rechter benadrukte dat het aan eisers was om het causaal verband te bewijzen, wat niet was gebeurd. De uitspraak werd gedaan door mr. P. Joele op 23 april 2020.