Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van inleidende dagvaarding van 23 juli 2019, met één productie;
- het tussen partijen op 27 augustus 2019 onder zaaknummer 7953796 / CV EXPL 19-33335 gewezen verstekvonnis;
- het exploot van verzetdagvaarding van 29 oktober 2019, met producties;
- het tussenvonnis van 25 november 2019, waarin de kantonrechter een mondelinge behandeling heeft bepaald;
- de akte overlegging producties van Ziggo;
- het proces-verbaal van de op 9 januari 2020 gehouden mondelinge behandeling;
- de brief ter rolzitting van 26 februari 2020 van [gedaagde] , met één productie;
- de akte uitlating eiseres van Ziggo.
2..Het geschil
primairbetwist dat sprake is van een overeenkomst tussen [gedaagde] en Ziggo uit hoofde waarvan [gedaagde] abonnementsgelden c.q. gebruikskosten aan Ziggo verschuldigd is.
Subsidiairstelt [gedaagde] dat hij slechts het abonnementsgeld verschuldigd is over de periode dat hij de box in zijn bezit had.
3..De beoordeling
26 februari 2020 met één productie in het geding gebracht.