ECLI:NL:RBROT:2020:3813

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 april 2020
Publicatiedatum
24 april 2020
Zaaknummer
C/10/593398 / FA RK 20-1840
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) met inachtneming van regels EVRM en EHRM

Op 2 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Deze beschikking betreft een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan schizofrenie en een posttraumatische stressstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige zelfverwaarlozing. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de betrokkene en zijn advocaat, mr. L.A. Middelkoop, gehoord, evenals deskundigen van de Parnassia Groep. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) toegepast. De rechter kan een zorgmachtiging verlenen wanneer er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en het gedrag van de betrokkene leidt tot ernstig nadeel. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en ernstig nadeel te voorkomen. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. A. Buizer en is op 8 april 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593398 / FA RK 20-1840
Patiëntnummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 2 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 5:17 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Portugal,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. L.A. Middelkoop te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de officier, ingekomen op 17 maart 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 april 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene en zijn hierboven genoemde advocaat;
 drs. J. Roos, psychiater, en E. Mostert, sociaal psychiatrisch verpleegkundige, verbonden aan Parnassia Groep.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie en een posttraumatische stressstoornis.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige zelfverwaarlozing en maatschappelijke teloorgang.
Tijdens psychotische ontregelingen vertoont betrokkene dreigend en fysiek agressief gedrag richting anderen. Ook verstoort betrokkene dan, als gevolg van angst, zijn dag- en nachtritme, mijdt hij hulpverlening en raakt hij in een sociaal isolement. Op dit moment gaat het goed met betrokkene in zijn begeleide woonvorm en accepteert hij de geboden hulpverlening. Zorg zal langdurig noodzakelijk zijn bij betrokkene. Ernstig nadeel zoals zich voordeed in het verleden dient hiermee voorkomen te worden.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
De rechtbank gaat ervan uit dat de wetgever heeft beoogd dat zorgverlening ter voorkoming van ernstig nadeel mogelijk moet zijn. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg opgenomen worden in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval dient te worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.
‘Reguliere verplichte zorg’
De rechtbank acht de volgende vormen van verplichte noodzakelijk gedurende
zes maanden
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles.
‘Verplichte zorg in crisissituaties’
In crisissituaties mag binnen de komende zes maanden gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg voor de duur van maximaal
vier weken:
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het opnemen in een accommodatie.
Daarnaast kan tijdens de opname in een accommodatie in crisissituaties gebruik worden gemaakt van de volgende vorm van verplichte zorg voor
hoogstens een paar dagenwanneer betrokkene fysieke agressie vertoont of zeer dreigend is:
 het insluiten van betrokkene.
Bij betrokkene kan een
crisissituatieals volgt worden gedefinieerd. Wanneer betrokkene stopt met medicatie en/of middelen gebruikt wordt een toename van psychotische klachten waargenomen. Het is dan van belang om snel in te kunnen grijpen met een klinische opname waar betrokkene weer adequaat kan worden ingesteld om ernstig nadeel voor betrokkene zelf en voor anderen te voorkomen. Sinds de klinische opname van vorig jaar is betrokkene ingesteld op Haloperidol en Clozapine. Daarmee gaat het goed en is bekend dat psychotische ontregelingen snel kunnen stabiliseren. Als het gaat om opneming geruime tijd nadat de zorgmachtiging is verleend, moet aan die vrijheidsbeneming een recente medische beoordeling ten grondslag liggen. Het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens verlangt altijd een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek bij vrijheidsbeneming als deze. De nadere uitleg gegeven door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (zie onder meer EHRM 24 september 1992, Herczegfalvy v. Austria, 10533/83, r.o. 63 en EHRM 5 oktober 2000, Varbanov v. Bulgaria, 31365/96, r.o. 47.
In de praktijk betekent dit dat bij een vrijheidsbeneming van betrokkene na
vier maanden vanaf hedende zorgaanbieder uitvoering dient te geven aan een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek. Dat mag door de geneesheer-directeur plaatsvinden, mits hij niet bij de behandeling betrokken is.
‘Overige verzochte verplichte zorg ofwel verplichte zorg in noodsituaties’
De overige verzochte vormen van verplichte zorg acht de rechtbank niet noodzakelijk. Dit is verplichte zorg die reeds is opgenomen in de huisregels bij een eventuele opname. Van betrokkene is niet bekend dat hij zich daartegen verzet. Voor andere verplichte zorg waarin deze zorgmachtiging niet voorziet, kan dit slechts in noodsituaties worden toegepast. Dit gaat om incidentele verplichte zorg onder strikte voorwaarden als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
2.2.3.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene geeft aan dat hij zijn medicatie ook vrijwillig zal nemen, maar die wens vindt de rechtbank nog te wankel, omdat er vorig jaar flinke strijd was over de medicatie en betrokkene ook aangeeft dat hij hoopt op termijn de Clozapine te kunnen afbouwen.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in kunnen worden getroffen;
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles (voor zes maanden)
 het beperken van de bewegingsvrijheid (voor maximaal vier weken onder voorwaarden weergegeven in rechtsoverweging 2.2.2. en binnen zes maanden na heden);
 het opnemen in een accommodatie (voor maximaal vier weken onder voorwaarden weergegeven in rechtsoverweging 2.2.2. en binnen zes maanden na heden);
 het insluiten van betrokkene (voor maximaal een paar dagen onder voorwaarden weergegeven in rechtsoverweging 2.2.2.);
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 2 oktober 2020.
Deze beschikking is op 2 april 2020 mondeling gegeven door mr. A. Buizer, rechter, in tegenwoordigheid van J.D. Verburg, griffier, en op 8 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.