ECLI:NL:RBROT:2020:3811
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) met inachtneming van regels EVRM en EHRM
Op 2 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Dit verzoek was ingediend naar aanleiding van de psychische toestand van de betrokkene, die lijdt aan een depressieve stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van deze stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder een aanzienlijk risico op levensgevaar. De betrokkene had eerder een ernstige zelfmoordpoging gedaan en was gestopt met het innemen van haar medicatie, wat haar toestand verergerde. De rechtbank heeft in de beoordeling de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) in acht genomen.
De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat de betrokkene verplichte zorg nodig had om haar geestelijke gezondheid te stabiliseren en haar autonomie te herwinnen. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en toezicht op de inname daarvan. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 2 oktober 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A. Buizer en schriftelijk uitgewerkt op 8 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.