ECLI:NL:RBROT:2020:3811

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 april 2020
Publicatiedatum
24 april 2020
Zaaknummer
C/10/593481 / FA RK 20-1881
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) met inachtneming van regels EVRM en EHRM

Op 2 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Dit verzoek was ingediend naar aanleiding van de psychische toestand van de betrokkene, die lijdt aan een depressieve stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van deze stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder een aanzienlijk risico op levensgevaar. De betrokkene had eerder een ernstige zelfmoordpoging gedaan en was gestopt met het innemen van haar medicatie, wat haar toestand verergerde. De rechtbank heeft in de beoordeling de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) in acht genomen.

De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat de betrokkene verplichte zorg nodig had om haar geestelijke gezondheid te stabiliseren en haar autonomie te herwinnen. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en toezicht op de inname daarvan. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 2 oktober 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A. Buizer en schriftelijk uitgewerkt op 8 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593481 / FA RK 20-1881
Patiëntnummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 2 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , Suriname
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. S.R. Kwee te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de officier, ingekomen op 18 maart 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 april 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene en haar hierboven genoemde advocaat;
 L. Woudt, verpleegkundige tevens maatschappelijk werker, verbonden aan Parnassia Groep.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een depressieve stoornis.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar voor betrokkene.
Betrokkene is gevoelig voor depressieve episodes. Vanuit somberheid is eerder sprake geweest van een ernstige zelfmoordpoging. Met voorgeschreven antidepressiva gaat het beter met betrokkene. Toch is betrokkene in maart 2020 gestopt met het innemen van haar medicatie. Daarna is het snel minder goed met betrokkene gegaan. De verpleegkundige licht toe dat er op dit moment een crisissituatie is waarin dagelijks contact is met betrokkene, haar partner en haar zoon. Betrokkene is zeer inactief, doet sombere uitspraken en is een beetje psychotisch. Naast de medicijnen voor de depressieve stoornis is nu Lorazepam, een rustgevend middel, voorgeschreven. Het diepste dal van deze crisissituatie lijkt voorbij te zijn. Het voortzetten van deze zorg is van groot belang om de veiligheid van betrokkene te kunnen blijven waarborgen.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Tegen het contact met de ambulant behandelaars verzet betrokkene zich niet. Ten aanzien van medicamenteuze behandeling is op momenten verzet, zoals is gebleken in maart 2020. Daarom acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene (toezicht door thuiszorg op inname medicatie).
De tevens verzochte klinische opname past niet in de zorgmachtiging voor betrokkene. Ook in de crisissituatie die op dit moment speelt, wordt betrokkene begeleid met zeer intensieve ambulante zorg. De laatste opname is al ruim twee jaar geleden, dus het gaat al een tijd goed. Voor andere verplichte zorg waarin deze zorgmachtiging niet voorziet, kan dit slechts in noodsituaties worden toegepast. Hiermee wordt bedoeld incidentele verplichte zorg onder strikte voorwaarden als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 2 oktober 2020;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 2 april 2020 mondeling gegeven door mr. A. Buizer, rechter, in tegenwoordigheid van J.D. Verburg, griffier, en op 8 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.