ECLI:NL:RBROT:2020:3809
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op verzoek van het CIZ als bedoeld in artikel 26 Wet zorg en dwang
Op 2 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven op verzoek van het CIZ voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening. Het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen op 17 maart 2020, leidde tot een mondelinge behandeling waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de betrokkene zelf en haar advocaat, telefonisch zijn gehoord. De rechter heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een uitgebreide neurocognitieve stoornis, mogelijk Alzheimer dementie, wat leidt tot ernstig nadeel voor zowel de betrokkene als haar echtgenoot, die ernstig ziek is en onder de situatie lijdt.
De rechtbank oordeelde dat opname en verblijf in een verpleeghuis noodzakelijk zijn om verdere zelfverwaarlozing van de betrokkene te voorkomen. Ondanks het verzet van de betrokkene tegen opname, concludeerde de rechtbank dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De machtiging tot opname en verblijf werd verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 2 oktober 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter A. Buizer en schriftelijk uitgewerkt op 8 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.