ECLI:NL:RBROT:2020:3808

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 april 2020
Publicatiedatum
24 april 2020
Zaaknummer
C/10/594051 / FA RK 20-2189
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met de ziekte van Alzheimer

Op 17 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een verzoek tot rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met de ziekte van Alzheimer. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 30 maart 2020, vergezeld van relevante documenten, waaronder een indicatiebesluit en een medische verklaring van arts P.J.A.L. van Ravensteijn. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren de cliënt, haar advocaat mr. S.R. Kwee, en een casemanager van Lelie Zorggroep Rotterdam aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan de ziekte van Alzheimer, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De cliënt vertoont gedragsstoornissen, zoals ontremming in het spreken en dwangmatig koopgedrag, en weigert hulp. De rechtbank concludeert dat opname in een beschermde woonomgeving noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen, en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn. De machtiging tot opname en verblijf is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 17 oktober 2020.

Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter F.J. Koningsveld en schriftelijk uitgewerkt op 23 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/594051 / FA RK 20-2189
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 17 april 2020 betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in artikel 26 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het Centrum Indicatiestelling Zorg,hierna: CIZ,
met betrekking tot:
[naam cliënt],
geboren op [geboortedatum cliënt] , [geboorteplaats cliënt] ,
hierna: cliënt,
wonende te [adres cliënt] , [postcode] [woonplaats cliënt] ,
advocaat mr. S.R. Kwee te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen ter griffie op 30 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 4 maart 2020;
 de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door P.J.A.L. van Ravensteijn, arts, van 19 maart 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 april 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
 cliënt met haar hierboven genoemde advocaat;
 [naam casemanager] , casemanager dementie, verbonden aan Lelie Zorggroep Rotterdam.

2..Beoordeling

2.1.
De rechter kan op verzoek van het CIZ een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een geregistreerde accommodatie verlenen als bedoeld in artikel 24 lid 1 Wzd. De machtiging kan slechts worden verleend indien naar het oordeel van de rechter het gedrag van de cliënt als gevolg van haar psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap, dan wel als gevolg van een daarmee gepaard gaande psychische stoornis of een combinatie daarvan leidt tot ernstig nadeel. Daarnaast zijn de opname en het verblijf noodzakelijk om het nadeel te voorkomen of af te wenden en zijn er geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een de ziekte van Alzheimer met gedragsstoornissen.
2.3.
Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Het ernstig nadeel is gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang alsmede de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Cliënt heeft de ziekte van Alzheimer, wat een progressieve ziekte is. Cliënt vertoont hierdoor ontremming in het spreken, ontremde loopdrang en heeft dwangmatig koopgedrag. In de thuissituatie eet cliënt regelmatige bedorven voedsel en zij laat niemand toe om dit te controleren. Ook heeft cliënt grote geldbedragen thuis liggen, waar zij open over is. Cliënt is recentelijk hand in hand aangetroffen met een persoon die geen goede intenties met haar leek voor te hebben. Cliënt is hierdoor kwetsbaar. Daarnaast dwaalt cliënt buiten op straat en is zij al een aantal keer in verwarde toestand aangetroffen, waaronder eenmaal langs de snelweg. Cliënt heeft in toenemende mate last van de gevolgen van haar dementie en zij weigert bijna alle hulp die haar geboden wordt. Cliënt heeft geen ziekteinzicht en -besef en zij heeft behoefte aan hulp bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen. Een opname met 24 uurs zorg en toezicht in een beschermde woonomgeving is hierdoor geïndiceerd.
2.4.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.5.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.6.
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf. Cliënt heeft aangegeven haar huis niet te willen verlaten.
2.7.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van [naam cliënt] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 17 oktober 2020.
Deze beschikking is op 17 april 2020 mondeling gegeven door mr. F.J. Koningsveld, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 23 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.