ECLI:NL:RBROT:2020:3807

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 april 2020
Publicatiedatum
24 april 2020
Zaaknummer
C/10/594639 / FA RK 20-2504
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie

Op 17 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene die lijdt aan schizofrenie met forse psychotische belevingen. De beslissing volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 8 april 2020. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling gehouden, waarbij de betrokkene en haar advocaat, mr. H. Bijlsma, telefonisch zijn gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op lichamelijk letsel en verwaarlozing.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn. De betrokkene heeft een lange psychiatrische voorgeschiedenis en vertoont gedrag dat gevaarlijk is voor haarzelf en anderen. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van voeding en medicatie, medische controles, en beperking van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter F.J. Koningsveld en schriftelijk uitgewerkt op 23 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/594639 / FA RK 20-2504
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 17 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in GGZ Delfland, locatie Schietbaanstraat te Rotterdam,
advocaat mr. H. Bijlsma te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 8 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door A. Allahbakhshi, psychiater, van 31 maart 2020;
 het zorgplan van 24 maart 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 april 2020.. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
 [naam verpleegkundige] , verpleegkundige specialist, verbonden aan GGZ Delfland, locatie Schietbaanstraat.
1.3.
De officier is niet (telefonisch) gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
Betrokkenen is bekend met de diagnose schizofrenie en kent een lange psychiatrische voorgeschiedenis met daarbij gedwongen opnames. Betrokkene heeft dag en nacht last van met psychotische belevingen. Zo zou betrokken door vrouwen en goden aangerand en verkracht worden. Hierdoor zou zij bloedverlies hebben, maar zij laat zich niet onderzoeken. Betrokkene denkt ook dat het eten op de afdeling besmet is en zij eet daarom nauwelijks. Daarnaast zou er sprake zijn van financiële problematiek, welke schulden volgens betrokkene niet van haar zijn en waardoor zij moeizaam meewerkt. Betrokkene heeft geen ziekte inzicht en besef en is bekend met medicatieontrouw.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige financiële schade alsmede ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van haar psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
De behandelaar verklaart ter zitting dat betrokkene nare belevingen heeft in de nacht. Betrokkene schreeuwt over demonen en verkrachtingen, zingt en zwerft op straat, wat op dit moment niet kan vanwege de coronacrisis. Betrokkene zegt lichamelijke klachten te hebben maar zij laat zich niet onderzoeken. Betrokkene is wisselend over het verblijf, maar een klinische opname is op dit moment geïndiceerd. De verwachting is dat betrokkene snel en positief zal reageren om verplichte zorg.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van voeding, voor de duur van 4 weken;
 het toedienen van medicatie, voor de duur van 4 weken;
 verrichten van medische controles, voor de duur van 4 weken;
 het beperken van de bewegingsvrijheid, voor de duur van 4 weken;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene, voor de duur van 4 weken;
 het opnemen in een accommodatie, voor de duur van 4 weken.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 17 oktober 2020;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 17 april 2020 mondeling gegeven door mr. F.J. Koningsveld, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 23 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.