ECLI:NL:RBROT:2020:3806
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie en alcoholmisbruik
Op 17 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De betrokkene, die lijdt aan schizofrenie in combinatie met alcoholmisbruik, verblijft momenteel in GGZ Delfland. De procedure begon met een verzoekschrift van de officier, dat op 8 april 2020 werd ingediend. Bij het verzoekschrift waren verschillende bijlagen gevoegd, waaronder een medische verklaring van psychiater A. Allahbakhshi en een zorgplan.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 april 2020 werd de betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat mr. S.R. Kwee. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte. De rechtbank beoordeelde of voldaan was aan de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank concludeerde dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel en dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn.
De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg zijn toegestaan, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De beschikking is mondeling gegeven door rechter F.J. Koningsveld en schriftelijk uitgewerkt op 23 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.