ECLI:NL:RBROT:2020:3798
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A.M. Penders-Janssen
- J.R. van Faassen
- J.C.A.T. Frima
- Rechtspraak.nl
Faillietverklaring van AMBACHTELIJKE SLAGERIJ B.V. onder bijzondere omstandigheden door de coronacrisis
Op 21 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AMBACHTELIJKE SLAGERIJ [naam] B.V., die een verzoek tot faillietverklaring had ingediend. Deze procedure vond plaats onder de Tijdelijk afwijkende regeling Insolventiezaken rechtbanken vanwege de bijzondere omstandigheden door de coronacrisis (TARIC). De rechtbank heeft de aangeefster schriftelijk geïnformeerd over de behandeling van het verzoekschrift en de mogelijkheid om haar standpunt naar voren te brengen. Op de zitting is de (middellijk) bestuurder van de aangeefster telefonisch gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er summierlijk feiten of omstandigheden zijn die aantonen dat de aangeefster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. Gelet op de Europese regelgeving is de rechtbank bevoegd om deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van de aangeefster in Nederland ligt.
In de beslissing heeft de rechtbank AMBACHTELIJKE SLAGERIJ [naam] B.V. in staat van faillissement verklaard. Mr. P.A.M. Penders-Janssen is benoemd tot rechter-commissaris en mr. J.R. van Faassen tot curator. De rechtbank heeft bepaald dat de taken die de wet in een faillissement aan de rechtbank opdraagt, met uitzondering van de rechtsmiddelen tegen de faillietverklaring, door de Rechtbank Midden-Nederland zullen worden uitgevoerd. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.C.A.T. Frima ter openbare terechtzitting van 21 april 2020.