In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 april 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam] BOUW- EN AANNEMINGSBEDRIJF B.V. tegen een eerder vonnis van 7 april 2020, waarbij zij in staat van faillissement was verklaard op verzoek van de stichting STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID. De rechtbank ontving het verzoekschrift op 10 april 2020 en heeft op 20 april 2020, na overleg met de partijen en de curator, uitspraak gedaan op basis van de ingediende stukken, zonder mondelinge behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzet tijdig is ingesteld en dat verzoekster ontvankelijk is in haar verzoek.
De rechtbank heeft op basis van de ingediende berichten van partijen en de curator geconcludeerd dat er geen summierlijke feiten of omstandigheden zijn die aantonen dat verzoekster in de toestand verkeert van te hebben opgehouden te betalen. Daarom heeft de rechtbank het vonnis van 7 april 2020 vernietigd. Tevens heeft de rechtbank het salaris van de curator vastgesteld op € 2.564,49, exclusief omzetbelasting, en de verschotten op € 102,58, eveneens exclusief omzetbelasting, ten laste van verzoekster gebracht.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open voor degenen aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, binnen acht dagen na de uitspraak. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.