ECLI:NL:RBROT:2020:3712
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Zorgmachtiging verleend op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 9 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene die lijdt aan schizofrenie en zwakbegaafdheid. De beslissing volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 26 maart 2020. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. A. Rhijnsburger, zijn gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene is niet in staat zelfstandig voor zichzelf te zorgen en vertoont hinderlijk gedrag dat de veiligheid van anderen in gevaar kan brengen.
De rechtbank heeft beoordeeld dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. Er zijn geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene zich verzet tegen behandeling en geen ziekte-inzicht heeft. De rechtbank heeft de volgende vormen van verplichte zorg vastgesteld: het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, het uitoefenen van toezicht en opname in een accommodatie. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze maatregelen evenredig zijn en effectief zullen zijn.
De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 9 oktober 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. A.C. Siemons in aanwezigheid van griffier mr. C.W. Wapenaar en is op 14 april 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.