ECLI:NL:RBROT:2020:3707

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 april 2020
Publicatiedatum
21 april 2020
Zaaknummer
C/10/593904 / FA RK 20-2110
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 9 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De betrokkene, die lijdt aan een ongespecificeerde bipolaire-stemmingsstoornis en zwakbegaafdheid, vertoonde suïcidaal gedrag en had eerder een poging tot zelfdoding gedaan. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren, gezien de weigering van de betrokkene om behandeling te accepteren en het risico op levensgevaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Siemons en schriftelijk uitgewerkt op 14 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593904 / FA RK 20-2110
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 9 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Poortugaal aan de Albrandswaardsedijk 74, 3172 AA te Poortugaal, gemeente Albrandswaard,
advocaat mr. Ch.J. Nicolaï te Schiedam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 25 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door drs. J. Tollenaar, psychiater, van 24 maart 2020;
 de zorgkaart van 17 februari 2020;
 het zorgplan van 24 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 9 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene in het bijzijn van drs. J. Noordman, arts, verbonden aan Antes, locatie Poortugaal;
 mr. Ch.J. Nicolaï, advocaat van betrokkene.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een ongespecificeerde bipolaire-stemmingsstoornis en zwakbegaafdheid.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene is bekend met een bipolaire stemminsstoornis en zwakbegaafdheid. Het gedrag van betrokkene is erg ambivalent. Soms kan het een lange periode goed gaan en bestaat er feitelijk geen ernstig nadeel maar dit kan onverwachts omslaan in een periode waarin betrokkene ernstig suïcidaal wordt. Op het moment gaat het relatief goed met betrokkene maar anderhalve maand geleden heeft deed zij nog een tentamen suïcide. Behandelaar geeft aan dat de suïcidaliteit in zulke periodes erg snel escaleert. Het begint met opmerkingen en uitspraken maar wordt snel opgevolgd door pogingen waarbij betrokkene zichzelf probeert te wurgen met bijvoorbeeld een pyjama of een kussensloop. In de periodes dat betrokkene suïcidaal is weigert zij tevens behandeling. Betrokkene wil graag zelfstandig wonen in haar eigen woning met ambulante zorg. Op het moment is dat niet geïndiceerd maar betrokkene heeft in het verleden wel zo gefunctioneerd en het doel is dat dat weer zo wordt. Betrokkene wordt op het moment ingesteld op een nieuw middel waarvoor zij nog enige tijd opgenomen zal moeten blijven. Als dit middel aanslaat zal worden gewerkt naar voornoemde ambulante zorg in de thuissituatie. Als het middel niet aanslaat moet er worden gekeken naar andere behandelmogelijkheden, maar is toewerken naar ambulante behandeling geen optie vanwege het suïcidale gedrag als gevolg van de psychische stoornis.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene weigert op dit moment geen behandeling maar geeft aan naar huis te willen. Behandelaar heeft bovendien onvoldoende vertrouwen in de bereidwilligheid tot vrijwillige behandeling gezien het weigeren van behandeling door betrokkene in periodes waarin het minder gaat. Deze veronderstelling wordt versterkt door het suïcidale gedrag dat betrokkene vertoont in periodes dat het minder gaat en de snelheid waarmee de suïcidaliteit escaleert.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen;
 het opnemen in een accommodatie.
2.2.3.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.4.
de advocaat van betrokkene stelt zich op het standpunt dat betrokkene in de thuissituatie vrijwillig ambulant behandeld kan worden. Behandelaar geeft aan hier geen vertrouwen in te hebben gezien de nog recente poging tot zelfdoding en het weigeren van behandeling door betrokkene in periodes waarin het minder gaat.
2.2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 9 oktober 2020;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 9 april 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Siemons, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C.W. Wapenaar, griffier, en op 14 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.