ECLI:NL:RBROT:2020:3706

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 april 2020
Publicatiedatum
21 april 2020
Zaaknummer
C/10/594215 / FA RK 20-2275
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging verleend op basis van artikel 6:4 Wvggz met betrekking tot psychische stoornis en verplichte zorg

Op 9 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan [naam betrokkene], geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene], op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De beslissing volgde op een mondelinge behandeling waarbij betrokkene en zijn advocaat, mr. T.R. Hüpscher, zijn gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan schizofrenie, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op lichamelijk letsel en psychische schade. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 9 oktober 2020, en bepaalde dat verschillende vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, kunnen worden toegepast. De rechtbank wees het meer of anders verzochte af. Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. A.C. Siemons en schriftelijk uitgewerkt op 14 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/594215 / FA RK 20-2275
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 9 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Poortugaal aan de Albrandswaardsedijk 74, 3172 AA te Poortugaal, gemeente Nissewaard,
advocaat mr. T.R. Hüpscher te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 1 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door drs. S. Geldermans, psychiater, van 27 maart 2020;
 de zorgkaart van 26 maart 2020;
 het zorgplan van 26 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 9 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene in het bijzin van S. Kloppers, maatschappelijk werker, verbonden aan Antes;
 mr. T.R. Hüpscher, advocaat van betrokkene.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Daarnaast is er sprake van een aanzienlijk risico dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is langer bekend met schizofrenie en heeft in het kader daarvan meerdere psychotische decompensaties meegemaakt. Van de laatste decompensatie is hij momenteel herstellende. Het gaat nu goed met betrokkene, hij woont momenteel in een trainingshuis en wordt voorbereid op de stap naar begeleid wonen. Momenteel kan betrokkene niet op verlof vanwege de coronamaatregelen. Betrokkene geeft aan dat wanneer hij dat mag hij bij zijn ouders wil gaan wonen. Het ernstig nadeel komt voort uit deze wens. Enerzijds omdat betrokkene niet zelfstandig in staat is zijn medicatie consequent te blijven nemen en zichzelf te verzorgen, anderzijds omdat de verlof momenten die zijn geweest hebben uitgewezen dat ouders de belasting van de zorg voor betrokkene niet aan kunnen. De moeder van betrokkene is terminaal ziek en zij en haar man raken overbelast als betrokkene bij hun in huis gaat wonen. Betrokkene heeft zichzelf in het verleden bij psychotische decompensaties ernstig verwaarloosd en had dan ook snijwapens op zijn kamer. Als betrokkene niet adequaat zijn medicatie blijft innemen is de kans op een psychotische decompensatie aanzienlijk.
2.1.4.
De advocaat van betrokkene stelt zich op het standpunt dat betrokkene zijn verblijf en behandeling vrijwillig kan voortzetten tot de coronamaatregelen niet meer van kracht zijn en dan in de thuissituatie vrijwillig ambulant verder behandeld kan worden. De rechtbank volgt dit standpunt niet; betrokkene heeft een duidelijk uitgesproken wens naar zijn ouders te gaan en heeft ook aangegeven dat te zullen doen wanneer hem dat wordt toegestaan. Van vrijwillig verblijf is derhalve geen sprake.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende
 middelen en gevaarlijke voorwerpen;
 het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 9 oktober 2020;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 9 april 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Siemons, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C.W. Wapenaar, griffier, en op 14 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.