Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het inleidend exploot van dagvaarding van 23 juli 2019, met een productie;
- het verstekvonnis van 29 augustus 2019;
- de verzetdagvaarding van 22 oktober 2019;
- de conclusie van antwoord in oppositie, met producties;
- de conclusie van repliek in oppositie.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
Tel derde: dhr. Wasylow (..) samen met debiteur”, wat erop duidt dat zij zelf ook aan dat gesprek heeft deelgenomen. [gedaagde] heeft verder niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken dat op dat op 5 september 2019 in ieder geval tweemaal telefonisch contact heeft plaatsgevonden tussen haar gemachtigde en de gemachtigde van Zilveren Kruis over het verstekvonnis, waarbij haar gemachtigde heeft aangegeven dat [gedaagde] in verzet wil gaan. Op grond hiervan is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde] op 5 september 2019 op de hoogte was van de inhoud en de strekking van het verstekvonnis en in ieder geval bekend was met de onder rechtsoverweging 4.4 vermelde gegevens, te weten op vordering van wie en door welke rechterlijke instantie [gedaagde] is veroordeeld, en waartoe. Zonder deze gegevens valt immers niet in te zien op grond waarvan [gedaagde] zou hebben besloten om in verzet te gaan tegen het verstekvonnis.