ECLI:NL:RBROT:2020:3649

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 april 2020
Publicatiedatum
21 april 2020
Zaaknummer
C/10/582047 / HA ZA 19-839
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dekkingsgeschil na schade door brand met betrekking tot opstal- en inboedelverzekering, beroep op uitsluitingsgrond merkelijke schuld

In deze zaak gaat het om een dekkingsgeschil na schade als gevolg van een brand die op 3 januari 2019 heeft plaatsgevonden onder de veranda van de woning van eisers, [eiser 1] en [eiser 2]. Eisers hebben een opstal- en inboedelverzekering afgesloten bij National Academic, die zich beroept op de uitsluitingsgrond van merkelijke schuld. De brand is ontstaan doordat een houtkachel te dicht bij een houten wand was geplaatst, namelijk op een afstand van 10 centimeter in plaats van de voorgeschreven 65 centimeter. National Academic heeft geweigerd dekking te verlenen voor de schade, stellende dat de brand is ontstaan door de merkelijke schuld van eisers, omdat zij de kachel niet volgens de veiligheidsinstructies hebben geplaatst.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de kachel niet overeenkomstig de veiligheidsinstructies is geplaatst, wat een aanmerkelijke kans op schade met zich heeft gebracht. De rechtbank oordeelt dat het plaatsen van de kachel, al dan niet door een professionele partij, in de verhouding tussen partijen voor rekening en risico van eisers komt. De rechtbank concludeert dat het beroep van National Academic op de uitsluitingsgrond slaagt en wijst de vorderingen van eisers af. Eisers worden als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

De uitspraak is gedaan door mr. A.S. Arnold en ondertekend door mr. J.F. Koekebakker op 8 april 2020.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/582047 / HA ZA 19-839
Vonnis van 8 april 2020
in de zaak van

1..[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats eisers] ,
eisers,
advocaat mr. A.J. van Steenderen te Rotterdam,
tegen
de naamloze vennootschap
NATIONAL ACADEMIC VERZEKERINGSMAATSCHAPIJ N.V.,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde,
advocaat mr. N.P.H. Borm te Deventer.
Eisers worden hierna gezamenlijk [eiser 1] c.s. genoemd en ieder afzonderlijk [eiser 1] en [eiser 2] . Gedaagde wordt hierna National Academic genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 9 augustus 2019, met producties 1 t/m 15;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 t/m 10;
  • de brief van de rechtbank van 11 december 2019, waarbij partijen zijn opgeroepen voor een comparitie van partijen;
  • de brief van 20 januari 2020 van de zijde van [eiser 1] c.s., met als bijlage de akte houdende overleggen producties (16 en 17) ten behoeve van comparitie 4 februari 2020, tevens akte uitlaten productie 10 Promovendum;
  • het B8-formulier (inzending stukken) van de zijde van National Academic van 27 januari 2020, met als bijlage productie 11;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 4 februari 2020;
  • de brief van de zijde van [eiser 1] c.s. van 13 februari 2010, met daarin een reactie op het proces-verbaal van de mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
[eiser 1] c.s. zijn sinds 2016 eigenaren van de woning aan de [adres] te Zeist. Om het risico op schade aan en verlies van de opstal en de inboedel af te dekken heeft [eiser 1] met ingang van 3 respectievelijk 4 mei 2017 een opstal- en inboedelverzekering afgesloten bij Promovendum (polisnummer [nummer polis 1] respectievelijk polisnummer [nummer polis 2] ). Risicodrager op de Promovendum verzekeringen is National Academic.
2.2.
Op zowel de opstal- als inboedelverzekering zijn de Algemene voorwaarden, versie P2014.1, van toepassing (de woonhuis-glasverzekering Allrisk respectievelijk Inboedel Extra uitgebreid). Op beide verzekeringen zijn ook bijzondere voorwaarden van toepassing. Voor de opstalverzekering zijn dat de Verzekeringsvoorwaarden woonhuis- en glasverzekering All-Risk P2014.1. Voor de inboedelverzekering zijn dat de Verzekeringsvoorwaarden Inboedelverzekering Extra uitgebreid P2014. Zowel de opstal- als inboedelverzekering bieden dekking voor schade door brand.
2.2.1.
Artikel 13 van de Algemene voorwaarden luidt als volgt:

Artikel 13. Algemene dekkingsuitsluitingen
Van dekking van de verzekering is uitgesloten schade:
(…)
c. als gevolg van opzet, roekeloosheid of merkelijke schuld van de verzekerde.”
2.2.2.
Artikel 8 van de voorwaarden woonhuis-glasverzekering Allrisk luidt als volgt:

Artikel 8. Uitsluitingen
Wij vergoeden geen schade:
a. Als gevolg van constructie- montage of bouwfouten;
(…)
h. Als gevolg van ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden;
(…)
w. Als gevolg van opzet, roekeloosheid of merkelijke schuld van verzekeringsnemer en verzekerde(n).”
2.3.
In 2017 hebben [eiser 1] c.s. een vrijstaande houten schuur laten bouwen in de tuin achter hun woning.
2.4.
Omstreeks eind augustus 2017 heeft [eiser 1] twee houtkachels gekocht, waarvan één voor zijn ouders en de andere voor eigen gebruik onder de veranda die deel uitmaakt van de houten schuur in zijn achtertuin.
2.5.
In de montage- en gebruikershandleiding van de houtkachel is over de plaatsing van de kachel het volgende opgenomen:

[…]

2..Montagehandleiding

Het is noodzakelijk met de volgende voorwaarden met het oog op veiligheid rekening te houden bij het installeren van de houtkachel:
(…)
‘Houtkachel zelf plaatsen
U kunt een houtkachel zelf vervangen of plaatsen. Voor het zelf installeren van de houtkachel is wel enige kluservaring noodzakelijk. Belangrijke tips bij het plaatsen van een houtkachel:
(…)
Houdt brandbare materialen of constructies uit de buurt en op de minimaal aangegeven afstand.
(…)
6. Plaats de houtkachel altijd vrijstaand. De afstand van de achter- en zijkanten van de kachel tot aan de muur moet minimaal 65 cm zijn. Aan de voorzijde moet je een vrije ruimte van 80 cm aanhouden. Naar de zijkanten loopt dat geleidelijk af tot de genoemde 65 cm.’
4. Belangrijke voorzorgsmaatregelen en veiligheidsvoorschriften’
(…)
Het apparaat en de afvoerpijpen dienen minstens 65 cm van brandbare voorwerpen of constructies te staan.”
2.6.
[eiser 1] heeft de kachel eind oktober 2017 laten aansluiten door een achterneef van hem, [naam persoon 1] (hierna: [naam persoon 1] ).
2.7.
Op 3 januari 2019 is brand uitgebroken onder de veranda. Als gevolg van de brand is schade ontstaan aan de (inboedel van de) houten schuur. Op 4 januari 2019 heeft [eiser 1] de brandschade gemeld bij National Academic.
2.8.
In opdracht van National Academic heeft op 4 januari 2019 de heer [naam persoon 2] , NIVRE-re, werkzaam bij Hanselman Groep B.V., de schuur bezocht. Bij het bezoek was ook een door [eiser 1] c.s. ingeschakelde contra-expert, [naam persoon 3] , NIVRE-re, van Von Reth Contra-Expertise, aanwezig.
2.9.
In het rapport van Hanselman Groep van 10 januari 2019 is – onder meer – het volgende opgenomen:
“De kachel is door verzekerde op een afstand van 10 centimeter van de houten scheidingswand met het bergingsdeel geplaatst. De scheidingswand bestond uit houten rabatdelen. Er is geen extra brandwerende voorziening gemaakt tussen de kachel en de wand. Aan het rookgaskanaal heeft men wel extra aandacht geschonken om deze in dubbelwandig rvs staal uit te voeren.”
2.10.
Alvorens een dekkingsstandpunt in te nemen, heeft National Academic opdracht gegeven aan Biesboer Expertise B.V. (hierna: Biesboer) voor het uitvoeren van een brand-technisch onderzoek. Het onderzoek heeft op 7 januari 2019 plaatsgevonden.
2.11.
Biesboer rapporteert op 18 januari 2019 – onder meer – als volgt:

Desgevraagd deelde verzekerde voorts mede dat hij de houtkachel 1 à 1,5 jaar geleden heeft gekocht en zelf onder de veranda heeft geplaatst. Een achterneef, genaamd [naam persoon 1] uit Asch, heeft op verzoek van verzekerde daarna het rookgasafvoerkanaal op de kachel aangesloten. Genoemde [naam persoon 1] is timmerman en heeft een eigen bedrijfje. Volgens verzekerde heeft hij het rookgasafvoerkanaal als familie/vriendendienst aangesloten.”
(…)
“Uit het brand- en schadeverloop kon worden afgeleid dat de brand is ontstaan onder de veranda en wel in de houten tussenwand achter de houtkachel die onder de veranda staat opgesteld. (…) De afstand tussen de houtkachel en de houten wand bedroeg ongeveer 10 centimeter.”
(…)
“Qua oorzaak kan niet anders geconcludeerd worden dan dat het hout achter de kachel pyrofoor is geworden en uiteindelijk tot (zelf)ontbranding is gekomen. Elke andere al dan niet technische oorzaak kan worden uitgesloten.
(…)
Ongeveer een uur voordat de brand werd ontdekt had verzekerde in de houtkachel een vuur aangelegd. Vanuit de woonkamer ontdekte hijzelf de brand. Verzekerde verklaarde hierover dat hij vanuit huis in eerste instantie een rode gloed onder de veranda zag en even daarna dat de houten wand achter de houtkachel in brand stond.”
2.12.
Bij e-mailbericht van 12 februari 2019 heeft National Academic [eiser 1] c.s. bericht geen dekking te verlenen voor de schade als gevolg van de brand op 3 januari 2019 omdat:
- de brand is ontstaan als gevolg van merkelijke schuld van [eiser 1] ,
- de brand is ontstaan als gevolg van een constructie- of montagefout,
- de brand is ontstaan doordat de plaatsing van de houtkachel ondeskundig is uitgevoerd.
2.13.
[eiser 1] c.s. hebben Efectis Nederland B.V. de opdracht gegeven om een brand-technisch tegenonderzoek in te stellen. Het onderzoek heeft plaatsgevonden op 29 maart 2019. Het rapport van de expert van Efectis van 15 mei 2019 houdt in als conclusie dat de exacte oorzaak van de brand niet meer kan worden vastgesteld; dat de brand mogelijk is ontstaan door het pyrofoor worden van de houten scheidingswand achter de kachel, een elektrisch mankement in de wandcontactdoos of een elektrisch mankement in de spotjes.
2.14.
In het rapport van Efectis wordt een verslag aangehaald van een door het Nederlands Onderzoeks Instituut met [eiser 1] op 17 april 2019 gehouden interview. Dat verslag houdt in als verklaring van [eiser 1] over de montage van de kachel:
“De kachel zou worden geplaatst door [naam bedrijf] te [vestigingsplaats] Het Klusbedrijf is van mijn achterneef [naam persoon 1] . (...) Ik heb [naam persoon 1] gevraagd of hij ook mijn kachel wil plaatsen. (…) Er werd een afspraak gemaakt waarop hij de kachel zou plaatsen en aansluiten. Voor het installeren moest een doorvoer door de verdiepingsvloer en het dak worden gemaakt. Hij heeft de kachel rond oktober 2017 geïnstalleerd. (…) Bij de installatie was ik of één van mijn gezinsleden niet aanwezig. Er was toen niemand van ons thuis. Ik heb in het geheel niet geholpen bij het plaatsen en aansluiten van de kachel. De sleutel voor de toegang tot onze woning hadden wij op een met [naam persoon 1] Afgesproken plaats bij de woning gelegd. Hij kon met behulp van de sleutel de woning betreden en in de tuin en bij de schuur komen. (…) Ik ben er vanuit gegaan dat [naam persoon 1] de kachel op de juiste wijze heeft geplaatst en aangesloten. (…) [naam persoon 1] heeft de kachel geïnstalleerd als vriendendienst.”
2.15.
Op 26 september 2019 en 13 oktober 2019 heeft [naam persoon 1] tegenover het Nederlands Onderzoeks Instituut verklaringen afgelegd. Over de installatie van de kachel heeft [naam persoon 1] als volgt verklaard:
“U vraagt mij of ik als aannemer beschik over de certificaten of diploma’s die vereist zijn om een dergelijk installatie aan te brengen.
Antwoord: Ik beschik daar niet over, maar ik heb dit ook niet uit hoofde van mijn beroep gedaan. Dit was een pure vriendendienst. Ik heb hier ook niet voor betaald gekregen.
Ik wil hier nog het volgende aan toevoegen: [eiser 1] heeft mij niet in mijn hoedanigheid van eigenaar van het klusbedrijf ingehuurd. Ik heb daarom ook geen factuur gemaakt. Het was een vriendendienst en nu hij door zijn eigen schuld in de problemen is gekomen, probeert hij mij de schuld te geven”
2.16.
Op 26 september 2019 heeft Biesboer aanvullend gerapporteerd. Biesboer rapporteert over een technisch mankement in de wandcontactdoos als mogelijke oorzaak van de brand als volgt:
“Hoewel deze naar de mening van rapporteur buiten het verklaarde ontstaansgebied viel, is ook gekeken naar de aansluitingen op een wandcontactdoos welke rechts van de houtkachel in de wand onder het raam gesitueerd was. Het bleek dat er op deze wandcontactdoos ten tijde van de brand geen gebruikers aangesloten waren en voorts dat op de aansluitingen geen sporen aanwezig waren in relatie tot een mogelijke brandoorzaak.
Biesboer rapporteert over een technisch mankement in de dimmer als mogelijke oorzaak van de brand als volgt:
  • Indien de dimmer door een technisch mankement de brand zou hebben ingeleid, bevindt de plats van aanvang zich binnen de behuizing van deze dimmer en zal vervolgens de houten wand rondom deze plaats tot ontbranding komen. De zogenaamde ontstaansplaats van de brand zou zich dan ruim boven de kachel hebben bevonden en de brand zal zich in eerste instantie met name naar boven toe in en tussen de houten wand ontwikkelen en uitbreiden. Dit past in het geheel niet met de verklaarde waarnemingen van de heer [eiser 1] ;
  • De sporen op de dimmer kunnen ook tijdens de brand ontstaan zijn en hoeven niet in relatie te staan met de brandoorzaak;
  • Op het aangetroffen restant van de dimmer is nog duidelijk de daarop aangesloten bedrading zichtbaar (foto 8 in rapport Efectis). Het is zo dat de isolatie van deze bedrading tot vrijwel aan de aansluiting nog onbeschadigd is of wel niet is verbrand zo blijkt uit de foto. Als het zo zou zijn dat de brand in de dimmer is ontstaan dan zou ook deze bedrading zijn verbrand of tenminste de isolatie daarvan. Dit is duidelijk niet het geval.
Biesboer rapporteert over een technisch mankement in de spotjes als mogelijke oorzaak van de brand als volgt:
“De spotjes hingen niet in de directe omgeving van de houtkachel althans niet binnen het verklaarde ontstaansgebied van de brand. Deze kunnen derhalve dan ook worden uitgesloten als oorzaak van de brand.”

3..Het geschil

3.1.
[eiser 1] c.s. vorderen bij vonnis, voor zover wettelijk mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, om:
I. voor recht te verklaren dat National Academic onder de opstalpolis met polisnummer [nummer polis 1] en onder de inboedelpolis met polisnummer [nummer polis 2] dekking dient te verlenen voor de brandschade van 3 januari 2019 en gehouden is de schade conform polis te vergoeden, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 februari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
II. National Academic te veroordelen aan eisers tegen behoorlijk bewijs van kwijting te vergoeden de buitengerechtelijke kosten van € 4.101,90, te vermeerderen met de wettelijke rente;
III. National Academic te veroordelen in de kosten van deze procedure, alsmede in de nakosten.
3.2.
[eiser 1] c.s. leggen het volgende aan hun vordering ten grondslag. Nu sprake is van een gedekt evenement, te weten brandschade, heeft [eiser 1] recht op uitkering onder de verzekering, behoudens een geslaagd beroep van National Academic op een uitsluitingsgrond. Ter zake het bestaan van een uitsluitingsgrond berust de stelplicht en bewijslast bij National Academic. Het risico van het onbekend blijven van de brandoorzaak komt in de verhouding tussen partijen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor rekening en risico van National Academic. Van merkelijke schuld in de zin van de polisvoorwaarden is geen sprake. Evenmin is sprake van een montagefout dan wel ondeskundig verrichte werkzaamheden.
3.3.
National Academic voert verweer tegen de vordering stekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser 1] c.s. in hun vordering, althans afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiser 1] in de kosten van de procedure, de nakosten daaronder begrepen, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente. National Academic stelt zich op het standpunt dat nu de (brand)schade is ontstaan als gevolg van merkelijke schuld van [eiser 1] (te weten het niet op juiste wijze [doen] plaatsen van de kachel) zodat dekking op grond van de artikelen 13 c van de Algemene voorwaarden P2014.1 en artikel 8 sub w van de Verzekeringsvoorwaarden woonhuis- en glasverzekering All-Risk P2014.1 is uitgesloten. Subsidiair stelt National Academic zich op het standpunt dat de door [eiser 1] geclaimde (brand)schade op grond van artikel 8 sub a en h van de verzekeringsvoorwaarden woonhuis-glasverzekering is uitgesloten van dekking. De kachel stond op 10 centimeter in plaats van de voorgeschreven minimale 65 centimeter van de houten wand van de schuur, waardoor de wand pyrofoor is geworden en vlam heeft gevat.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
Partijen twisten over de vraag of National Academic gehouden is dekking te verlenen voor de schade als gevolg van de brand op 3 januari 2019.
4.2.
In beginsel is National Academic op grond van de opstal- en inboedelverzekering gehouden de brandschade te vergoeden, tenzij zich één van de uitsluitingsgronden voor dekking in de algemene voorwaarden voordoet. National Academic beroept zich
primairop de uitsluitingsgrond merkelijke schuld en
subsidiairop de uitsluitingsgrond montagefout dan wel ondeskundig verrichte werkzaamheden.
Merkelijke schuld
4.3.
Onder ‘merkelijke schuld’ in de zin van de algemene voorwaarden moet worden verstaan een ernstige mate van tekortschieten in zorg ter voorkoming van schade. Volgens vaste rechtspraak moet het gaan om een gedraging die, ook al is de verzekerde zich daarvan niet bewust, naar objectieve maatstaven een zodanige aanmerkelijke kans op schade met zich brengt dat de betrokken verzekerde zich van dat gevaar bewust had behoren te zijn, en door zich van die gedraging niet te onthouden in ernstige mate tekortschiet in zorg ter voorkoming van schade (HR 4 april 2003, NJ 2004, 536).
4.4.
Op National Academic rust de stelplicht – en bij een voldoende gemotiveerde betwisting bewijslast – van de feiten en omstandigheden waaruit kan volgen dat zich een uitsluitingsgrond voordoet. National Academic stelt – kort gezegd – daartoe i) dat de brand is ontstaan omdat de houten wand achter de kachel pyrofoor is geworden en tot zelfontbranding is gekomen en ii) dit heeft kunnen gebeuren omdat [eiser 1] c.s. de kachel niet volgens de veiligheidsinstructies hebben geplaatst.
Ad i)
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat als onvoldoende gemotiveerd weersproken vast staat dat de brand is ontstaan omdat de houten wand achter de kachel pyrofoor is geworden en tot zelfontbranding is gekomen. Het volgende is daartoe van belang
.
4.6.
Het staat tussen partijen vast dat de kachel slechts op 10 centimeter afstand van de houten wand stond, terwijl in de gebruikershandleiding van de kachel een minimale afstand van 65 centimeter stond voorgeschreven, naar mag worden aangenomen juist met het oog op het risico dat zich heeft verwezenlijkt. In het rapport van Hanselman van 10 januari 2019 staat bovendien dat achter de kachel tegen de houten wand geen extra brandwerende voorziening was gemaakt. Het spreekt voor zich dat hierdoor een gevaarlijke situatie is ontstaan.
In het rapport van Biesboer van 18 januari 2019 wordt geconcludeerd dat de brand is ontstaan doordat de kachel te dicht op de wand stond en dat daardoor het hout pyrofoor is geworden en uiteindelijk tot zelfontbranding is gekomen. Elke andere al dan niet technische oorzaak wordt in dat rapport uitgesloten.
4.7.
[eiser 1] c.s. hebben betwist dat de schadeoorzaak vaststaat en beroepen zich daartoe op het rapport van Efectis, doch tevergeefs. Dat rapport houdt weliswaar in dat de brand ook kan zijn veroorzaakt door een elektrisch technisch mankement in de dimmer, de wandcontactdoos dan wel de spotjes, maar geeft daarvoor geen steekhoudende motivering, terwijl bovendien de oorzaak zoals National Academic die stelt niet wordt uitgesloten.
4.8.
Daar komt bij dat Biesboer op 26 september 2019 in reactie op het rapport van Efectis aanvullend heeft gerapporteerd. In dit aanvullend rapport wordt benadrukt dat een elektrisch technische oorzaak wordt uitgesloten. Biesboer concludeert nogmaals dat de brand hoe dan ook is ontstaan als gevolg van een proces van pyrolese dat tijdens het stoken van de houtkachel is opgetreden in de houten wand als gevolg van het feit dat de houtkachel niet op de voorgeschreven minimale afstand van 65 centimeter van de houten wand is geplaatst.
Ad ii)
4.9.
Niet in geschil is dat de kachel niet overeenkomstig de veiligheidsinstructies is geplaatst en dat dit een aanmerkelijke kans op schade zoals die zich heeft voorgedaan met zich heeft gebracht.
4.10.
[eiser 1] c.s. hebben betwist dat hen daarvan merkelijke schuld treft, omdat de kachel is geplaatst door [naam persoon 1] . De rechtbank acht dit echter niet van belang, althans niet in de verhouding tussen [eiser 1] c.s. en National Academic. Het plaatsen, dan wel laten plaatsen van de kachel, al dan niet door een professionele partij, komt in de verhouding tussen partijen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor rekening en risico van [eiser 1] c.s.. Indien daarbij fouten zijn gemaakt, leidt dit hoogstens tot aansprakelijkheid van [naam persoon 1] richting [eiser 1] c.s., maar niet tot uitkering onder de verzekering.
4.11.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het beroep van National Academic op de uitsluitingsgrond van artikel 13 van de Algemene voorwaarden P2014.1 slaagt. Het bewijsaanbod van [eiser 1] c.s. wordt gepasseerd omdat het ziet op stellingen die niet relevant zijn voor de uitkomst van de zaak.
4.12.
De slotsom is dat vorderingen van [eiser 1] c.s. moeten worden afgewezen. [eiser 1] c.s. worden als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van National Academic worden begroot op:
- griffierecht € 639,00
- salaris advocaat €
1.086,00(2 punten × tarief € 543,00)
Totaal € 1.725,00

5..De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser 1] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van National Academic tot op heden begroot op € 1.725,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over deze kosten met ingang vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis indien en voor zover deze kosten niet binnen deze termijn zijn voldaan,
5.3.
veroordeelt [eiser 1] c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiser 1] c.s. niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 74,00, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over deze kosten met ingang vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis indien en voor zover deze kosten niet binnen deze termijn zijn voldaan,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.S. Arnold en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. J.F. Koekebakker, rolrechter, op 8 april 2020.
3070/801/3179