ECLI:NL:RBROT:2020:3643

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 april 2020
Publicatiedatum
20 april 2020
Zaaknummer
C/10/572221 / HA ZA 19-354
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. drs. J. van den Bos
  • mr. J.F. Koekebakker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelverzoeken in civiele procedure tussen V Marine Fuels B.V. en Zodiac Maritime Ltd. en Dexhon Shipping Inc.

In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, zijn twee verzoeken om herstel ingediend door de gedaagden Zodiac Maritime Ltd. en Dexhon Shipping Inc. (gezamenlijk aangeduid als Zodiac c.s.) en de eiseres V Marine Fuels B.V. (hierna: V Marine). De rechtbank heeft op 15 april 2020 uitspraak gedaan op deze verzoeken, die voortvloeien uit een eerder vonnis van 19 februari 2020. Zodiac c.s. stelden dat het eerdere vonnis berustte op een kennelijke fout die eenvoudig te herstellen zou zijn. V Marine daarentegen betwistte dit en verzocht om aanvulling van de beslissing in het vonnis, specifiek met betrekking tot de toewijzing van wettelijke rente, die wel in de overwegingen was opgenomen maar niet in de beslissing zelf.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/572221 / HA ZA 19-354
Vonnis van 15 april 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
V MARINE FUELS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. R.P. van Campen te Amsterdam,
tegen
1. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ZODIAC MARITIME LTD,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
DEXHON SHIPPING INC,
gevestigd te Tortola, Britse Maagdeneilanden
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. M.M. van Leeuwen te Rotterdam.
Eiseres zal hierna V Marine genoemd worden. Gedaagden zullen gezamenlijk Zodiac c.s. genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het eindvonnis van 19 februari 2020 (hierna: het vonnis) en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de brief van mr. Van Leeuwen van 20 februari 2020;
- de brief van mr. Van Campen van 3 maart 2020;
- de brief van mr. Van Leeuwen van 17 maart 2020.

2..De beoordeling

Het verzoek van Zodiac c.s.

2.1.1. In de brief van 20 februari 2020 hebben Zodiac c.s. het standpunt ingenomen dat het vonnis op een misslag berust die direct van invloed is op de uitkomst. De brief wordt afgesloten met de volgende passage:
“[…] De vraag onder artikel 31 Rv. is dan uitsluitend of die [kennelijke fout] eenvoudig te herstellen is. Als u meent dat dit niet het geval is dan hoor ik dat graag […]”
2.1.2. In de brief van 3 maart 2020 heeft V Marine zich verzet tegen aanpassing van het vonnis vanwege de door Zodiac c.s. gestelde misslag, omdat geen sprake is van een kennelijke foute die zich leent voor eenvoudig herstel.
2.1.3. De rechtbank oordeelt als volgt.
2.1.4. Veronderstellenderwijs aangenomen dat het vonnis een kennelijke fout bevat – de rechtbank laat dit verder in het midden –, is in elk geval geen sprake van een kennelijke fout die zich leent voor eenvoudig herstel op grond van artikel 31 Rv. Uit de toelichting van Zodiac c.s. blijkt dat het hen niet zo zeer te doen is om een kennelijke fout in een vastgesteld feit, maar om de gevolgen die de rechtbank daaraan heeft verbonden en om een andere gewenste uitkomst van het geschil. Dat is niet een situatie waarvoor artikel 31 Rv geschreven is; dit is een debat dat partijen in hoger beroep kunnen voeren.
2.1.5. Het verzoek van Zodiac c.s. is ook niet zo zeer het vonnis te verbeteren, maar te bezien (en te laten weten) of het een kwestie betreft die zich leent voor verbetering op grond van 31 Rv. Het antwoord daarop is nee. Voor zover in de brief een verzoek tot verbetering moet worden gelezen, wordt dat verzoek dus afgewezen.
Het verzoek van V Marine
2.2.2.2.1. In de brief van 3 maart 2020 heeft V Marine niet alleen gereageerd op de brief van Zodiac c.s., maar ook een eigen verzoek gedaan, strekkende tot aanvulling van de beslissing van het vonnis op grond van artikel 31 of 32 Rv. In het lichaam van het vonnis is wettelijke rente toegewezen (rechtsoverweging 4.10), maar deze toewijzing is niet opgenomen in de beslissing. V Marine verzoekt dat alsnog te doen.
2.2.2. In de brief van 17 maart 2020 hebben Zodiac c.s. laten weten het verzoek van V Marine te beschouwen als een verzoek als bedoeld in artikel 32 Rv. Zodiac c.s. stellen zich op het standpunt dat V Marine afstand heeft gedaan van het recht verbetering van het vonnis te vragen, dan wel het recht daartoe heeft verwerkt, omdat het vonnis is betekend met bevel tot betaling en beslagdreiging nadat al hoger beroep was ingesteld. Het belang van rechtszekerheid verzet zich in deze internationale zaak ook tegen inwilliging van het verzoek. Er is geen redelijk processueel of materieel belang bij een aanvulling van het vonnis, omdat de tenuitvoerlegging is geschorst door de voorzieningenrechter. Ook gezien het feit dat er sprake is van een procedure bij het gerechtshof is er minder reden om tot aanvulling van het vonnis over te gaan. Zodiac c.s. hebben niet onrechtmatig gehandeld en zijn dus geen wettelijke rente verschuldigd.
2.2.3. De rechtbank oordeelt als volgt.
2.2.4. De rechtbank verwerpt het betoog dat V Marine afstand zou hebben gedaan van het recht een verzoek te doen tot aanvulling of verbetering van het vonnis. Een expliciete afstandsverklaring is niet gesteld of gebleken. De stelling dat het handelen van V Marine een impliciete afstandsverklaring behelst, vindt geen steun in het recht. Evenmin vindt de stelling dat V Marine haar rechten heeft verwerkt op dit punt, enige steun in het recht. De stelling dat het belang van rechtszekerheid zich verzet tegen het verzoek van V Marine vindt ook geen steun in het recht. Dat er internationale aspecten aan deze zaak zitten, maakt dat niet anders.
2.2.5. De rechtbank verwerpt voorts het betoog dat er geen processueel of materieel belang is bij het opnemen van een veroordeling tot het betalen van wettelijke rente. Als op enig moment de schorsing van de tenuitvoerlegging eindigt, moet immers een juist vonnis ten uitvoer kunnen worden gelegd.
2.2.6. Het niet in de beslissing opnemen van een veroordeling die in het lichaam van het vonnis is aangekondigd, is een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal die omissie herstellen. Het betoog van Zodiac c.s. over de juistheid van het oordeel van de rechtbank dat er onrechtmatig is gehandeld, laat de rechtbank verder voor wat het is. Daarover heeft immers niet de rechtbank, maar het gerechtshof te oordelen.

3..De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat aan het einde van onderdeel 5.1 van het op 19 februari 2020 tussen V Marine en Zodiac c.s. gewezen vonnis na “(honderdvijftigduizend Amerikaanse dollar)” wordt ingevoegd:
“, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 6 november 2014 tot aan de dag der algehele voldoening”
3.2.
bepaalt dat deze invoeging onder de vermelding van de datum 15 april 2020 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 19 februari 2020;
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 19 februari 2020 na ontvangst van deze beslissing aan de griffie van de rechtbank te retourneren;
3.4.
wijst af het meer of anders door partijen verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J. van den Bos. Het is ondertekend door mr. J.F. Koekebakker, rolrechter, en door deze in het openbaar uitgesproken op 15 april 2020.
1407/
2221