In deze zaak heeft Q-Park Operations Netherlands B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het onrechtmatig verlaten van een parkeeraccommodatie te Den Haag. Q-Park stelt dat [gedaagde] op 22 september 2019 met haar voertuig, een Mitsubishi Space Star, gebruik heeft gemaakt van de parkeerfaciliteit en deze heeft verlaten zonder te betalen, door middel van 'treintje rijden'. Dit houdt in dat zij direct achter een voorganger onder de slagboom doorrijdt. Q-Park heeft [gedaagde] in een brief van 14 november 2019 gesommeerd om een bedrag van € 360,00 te betalen, bestaande uit een tarief voor een verloren kaart en een aanvullende schadevergoeding.
[gedaagde] heeft de vordering betwist en aangevoerd dat zij op de betreffende datum niet in de parkeergarage aanwezig was en dat de camerabeelden onleesbaar zijn. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat de camerabeelden het kenteken van de auto duidelijk tonen en dat [gedaagde] als kentekenhouder wordt vermoed de bestuurder te zijn geweest. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] niet voldoende heeft onderbouwd dat zij niet de bestuurder was en dat er geen bewijs is van kentekenfraude.
De kantonrechter heeft de vordering van Q-Park toegewezen, waarbij [gedaagde] is veroordeeld tot betaling van € 360,00 aan hoofdsom, € 54,00 aan buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente. Tevens is [gedaagde] in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.