Op 15 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende een verzoek tot rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt in een zorginstelling, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het verzoekschrift was op 14 april 2020 ingekomen en bevatte diverse bijlagen, waaronder een indicatiebesluit en medische verklaringen. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag zijn de cliënt, haar advocaat, en zorgprofessionals gehoord. De rechtbank beoordeelde of de opname en het verblijf noodzakelijk waren om ernstig nadeel te voorkomen, zoals vereist door de Wet zorg en dwang (Wzd). De arts verklaarde dat de cliënt aanvankelijk agressief en verzet vertoonde, maar dat dit gedrag in de weken voorafgaand aan de zitting niet meer was waargenomen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van verzet en dat de cliënt de zorg accepteerde. Gelet op deze bevindingen heeft de rechtbank het verzoek van het CIZ afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter D.Y.A. van Meersbergen en schriftelijk uitgewerkt op 20 april 2020.