ECLI:NL:RBROT:2020:3569

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 april 2020
Publicatiedatum
17 april 2020
Zaaknummer
C/10/593501 / FA RK 20-1891
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 8 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. Het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 18 maart 2020, bevatte een medische verklaring van psychiater D. van der Meer en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 april 2020 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene en zijn advocaat, alsook medische professionals van de Bouman Kliniek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder polydrugsmisbruik en ADHD, en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel voor zichzelf en anderen. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en de betrokkene zorgmijdend is. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter S.H. Poiesz en schriftelijk uitgewerkt op 15 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593501 / FA RK 20-1891
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 8 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam bettrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, Bouman Kliniek te Rotterdam,
advocaat mr. P.T.M. de Haan te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 18 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door D. van der Meer, psychiater, van 11 maart 2020;
 het zorgplan van 4 februari 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 april 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 N. Celikoglu, arts, en B. Jeup, verpleegkundig specialist in opleiding, beiden verbonden aan Antes, Bouman Kliniek.
 E. Faroeqie, ambulant psychiater.
1.3.
Het verzoek is tegelijk behandeld met het verzoek van de officier tot het verlenen van een voortzetting crisismaatregel, bekend onder zaak- en rekestnummer: C/10/594462 / FA RK 20-2419.
1.4.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten polydrugsmisbruik, ADHD, Niet-Aangeboren Hersenletsel en een lichte verstandelijke beperking.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige financiële schade en maatschappelijke teloorgang. Voorts is er de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is op dit moment met een crisismaatregel opgenomen in de Bouman Kliniek omdat hij in een druggerelateerde psychose zit. Betrokkene was voor opname en nu op de afdeling verbaal agressief en hij richtte zijn agressie ook op voorwerpen. Hij is nu daarom gesepareerd. Bij betrokkene is al langere tijd sprake van middelengebruik. Hij functioneert op een zwakbegaafd niveau en is zeer beïnvloedbaar, waardoor hij hierin makkelijk terugvalt. Onder invloed vertoont hij grensoverschrijdend gedrag. Betrokkene heeft geen vaste verblijfplaats, hij verblijft in kraakpanden. Betrokkene wordt begeleid door een FACT-team, hierin is hij zorgmijdend. Betrokkene overziet de gevolgen van zijn eigen gedrag niet en hij heeft geen probleemoplossend vermogen. Betrokkene is aangemeld voor een vorm van begeleid wonen. Zodra er plek is kan betrokkene daar naartoe.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat betrokkene zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene is zorgmijdend en valt zonder zorg makkelijk terug in middelengebruik.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles, ter behandeling van een psychische stoornis;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene, bij insluiting;
 het opnemen in een accommodatie, om tot rust te komen maar zo kort mogelijk en met spoed begeleid wonen in gang zetten.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte\ duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam bettrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 oktober 2020.
Deze beschikking is op 8 april 2020 mondeling gegeven door mr. S.H. Poiesz, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 15 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.