ECLI:NL:RBROT:2020:3567
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel op basis van vrijwilligheid
Op 8 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel was ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 20 maart 2020. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum als de uitspraak, waarbij de betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. W.J.G. Schröder, en een arts van de Parnassia Groep, M. Beelen, telefonisch zijn gehoord. De officier van justitie was niet ter zitting aanwezig.
De rechtbank heeft beoordeeld of aan de criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging werd voldaan. De rechter heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk schizofrenie, maar dat hij op dat moment vrijwillig zorg accepteerde en goed meewerkte met de behandelaars. De arts verklaarde dat het goed ging met de betrokkene en dat hij zijn medicatie nam. Gezien de vrijwilligheid van de betrokkene en het feit dat hij thuis intensieve zorg zou ontvangen, concludeerde de rechtbank dat verplichte zorg niet nodig was. Daarom werd het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen.
De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. S.H. Poiesz en is op 15 april 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.