ECLI:NL:RBROT:2020:3556
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling op verzoek van het CIZ
Op 25 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, op verzoek van het CIZ. De zaak betreft een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling zoals bedoeld in artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de cliënt, zijn advocaat, zijn partner, stiefdochter en een arts van de zorginstelling zijn gehoord. De burgemeester van Rotterdam had op 21 maart 2020 een last tot inbewaringstelling afgegeven, omdat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de cliënt, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de cliënt, als gevolg van zijn aandoening, leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op lichamelijk letsel en psychische schade. De cliënt is gediagnosticeerd met dementie en vertoont verontrustend gedrag, zoals het uitrekken van elektriciteitskabels en het niet kunnen vinden van de weg naar het toilet. De partner van de cliënt is overbelast en kan de zorg niet meer aan. Gezien de omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen. De machtiging is verleend voor de duur van zes weken, tot en met 6 mei 2020.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. de Geus en schriftelijk uitgewerkt op 26 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.