ECLI:NL:RBROT:2020:3553
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voortzetting crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie
Op 25 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 20 maart 2020 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene, die thans verblijft in GGZ Delfland. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. J.H.T. van Brunschot, zijn gehoord, evenals een arts van GGZ Delfland. De officier was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank heeft beoordeeld of aan de criteria voor een crisismachtiging, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), is voldaan. Er was sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die lijdt aan een paranoïde psychotisch toestandsbeeld met katatone kenmerken. De rechtbank concludeerde dat de situatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De betrokkene vertoonde hinderlijk gedrag en er was een risico op ernstig lichamelijk letsel en psychische schade.
De rechtbank heeft vervolgens de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van vocht, voeding en medicatie, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De betrokkene verzet zich tegen deze zorg, maar de rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, tot en met 15 april 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter M. de Geus en schriftelijk uitgewerkt op 26 maart 2020.