ECLI:NL:RBROT:2020:3551

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 maart 2020
Publicatiedatum
17 april 2020
Zaaknummer
C/10/593678 / FA RK 20-1990
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie

Op 25 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 21 maart 2020 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene, die op dat moment verbleef in de Parnassia Groep te Capelle aan den IJssel. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. J.A. Smits, aanwezig waren. De officier van justitie was niet ter zitting verschenen, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft beoordeeld of aan de criteria voor een crisismachtiging, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), was voldaan. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, veroorzaakt door het gedrag van de betrokkene, die lijdt aan een psychotisch toestandsbeeld. De betrokkene had eerder agressief gedrag vertoond en was opgenomen vanwege zijn psychische toestand. De rechtbank oordeelde dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht.

De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur had van drie weken. De rechtbank bepaalde dat de noodzakelijke vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, konden worden getroffen. De betrokkene verzette zich tegen deze zorg, maar de rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M. de Geus en op 26 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593678 / FA RK 20-1990
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 25 maart 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te Curaçao,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Parnassia Groep. locatie Poortmolen te Capelle aan den IJssel,
advocaat mr. J.A. Smits te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 23 maart 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 21 maart 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 21 maart 2020;
 de medische verklaring opgesteld door drs. A.F.R.R. van Reijsen, psychiater, van 21 maart 2020;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 maart 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 L. van der Mey, arts, verbonden aan Parnassia Groep, locatie Poortmolen.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria crisismachtiging
2.1.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.1.2.
Gelet op artikel 7:1 lid 1 Wvggz kan deze machtiging slechts worden verleend indien er onmiddellijk dreigend nadeel is, er een ernstig vermoeden bestaan dat het gedrag van betrokkene als gevolg van een psychische stoornis dit dreigend nadeel veroorzaakt en met de crisismaatregel het ernstige nadeel kan worden weggenomen. Daarnaast is de crisissituatie dermate ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht en is er verzet als bedoeld in artikel 1:4 Wvggz tegen de zorg.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van, of het aanzienlijk risico op, ernstig lichamelijk letsel, en in de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Voorts is sprake van de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene is opgenomen met een psychotisch toestandsbeeld. Hij zou God en de prins van Brussel zijn. Ook zou hij kanker en corona kunnen genezen. Voorafgaand aan de opname is betrokkene agressief geweest. In het huis van zijn moeder heeft hij iemand met de achterkant van een mes geslagen. Op dit moment is er nog steeds een psychotisch beeld. Betrokkene is, na opname, gesepareerd geweest vanwege agressie. Afgelopen maandag kwam hij vanuit de separeer op de afdeling. Op de afdeling heeft hij met een keukenmes in zijn hand gelopen. Betrokkene is achterdochtig en neemt niet altijd zijn medicatie in. Ter zitting zegt betrokkene dat hij geen medicatie meer wil, omdat hij zich dan raar voelt.
2.1.4.
Vermoed wordt dat voormeld nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een psychotisch toestandsbeeld in het kader van schizofrenie.
2.1.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Op basis van de medische verklaring en de toelichting van de arts tijdens de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het onderzoek aan kleding of lichaam;
 het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
 het opnemen in een accommodatie.
2.2.2.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.2.4.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.3.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.1. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 april 2020.
Deze beschikking is op 25 maart 2020 mondeling gegeven door mr. mr. M. de Geus, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 26 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.