Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Procesverloop
- cliënt met zijn hierboven genoemde advocaat;
- [naam casemanager] , casemanager, verbonden aan Careyn.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met een psychogeriatrische aandoening, ingediend door het CIZ. Het verzoekschrift werd op 28 februari 2020 ingediend, vergezeld van relevante bijlagen, waaronder een indicatiebesluit en een medische verklaring van een specialist ouderengeneeskunde. De mondelinge behandeling vond telefonisch plaats op dezelfde datum, waarbij de cliënt en zijn advocaat aanwezig waren, evenals een casemanager van Careyn.
De rechtbank heeft beoordeeld of aan de criteria voor het verlenen van een rechterlijke machtiging voldaan was. De rechter kan een machtiging verlenen indien het gedrag van de cliënt, als gevolg van zijn aandoening, leidt tot ernstig nadeel en er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn. De rechtbank concludeerde dat de cliënt lijdt aan uitgebreide neurocognitieve stoornissen door de ziekte van Alzheimer, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en verwaarlozing. De cliënt was niet in staat voor zichzelf te zorgen en weigerde regelmatig zorg, waardoor opname noodzakelijk werd geacht.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden te verlenen, tot en met 17 september 2020. Deze beslissing is mondeling gegeven door de rechter en later schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.