Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft de kantonrechter op 16 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee besloten vennootschappen. Eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft Zon & Zo Duurzame Oplossingen-Nederland B.V. aangeklaagd voor een openstaande factuur van € 6.173,42, die betrekking heeft op constructiewerkzaamheden uitgevoerd op of omstreeks 23 juli 2018. Eiseres vordert een totaalbedrag van € 7.000,66, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, en heeft daarnaast ontbinding van een betalingsregeling gevorderd.
Zon & Zo heeft verweer gevoerd en stelt dat het openstaande bedrag van € 6.173,42 verrekend moet worden met een eigen openstaande factuur van € 2.150,00. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat Zon & Zo niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar tegenvordering, waardoor het beroep op verrekening is verworpen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van eiseres op Zon & Zo wel vaststaat en heeft de gevorderde hoofdsom van € 6.173,42 toegewezen.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de betalingsregeling tussen partijen is komen te vervallen, omdat Zon & Zo zich hier niet aan heeft gehouden. De gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten zijn eveneens toegewezen. Zon & Zo is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.