ECLI:NL:RBROT:2020:3497

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 april 2020
Publicatiedatum
16 april 2020
Zaaknummer
8189901 CV EXPL 19-7566
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en verrekening in civiele procedure tussen twee besloten vennootschappen

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft de kantonrechter op 16 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee besloten vennootschappen. Eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft Zon & Zo Duurzame Oplossingen-Nederland B.V. aangeklaagd voor een openstaande factuur van € 6.173,42, die betrekking heeft op constructiewerkzaamheden uitgevoerd op of omstreeks 23 juli 2018. Eiseres vordert een totaalbedrag van € 7.000,66, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, en heeft daarnaast ontbinding van een betalingsregeling gevorderd.

Zon & Zo heeft verweer gevoerd en stelt dat het openstaande bedrag van € 6.173,42 verrekend moet worden met een eigen openstaande factuur van € 2.150,00. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat Zon & Zo niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar tegenvordering, waardoor het beroep op verrekening is verworpen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van eiseres op Zon & Zo wel vaststaat en heeft de gevorderde hoofdsom van € 6.173,42 toegewezen.

De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de betalingsregeling tussen partijen is komen te vervallen, omdat Zon & Zo zich hier niet aan heeft gehouden. De gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten zijn eveneens toegewezen. Zon & Zo is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8189901 CV / EXPL 19-7566
uitspraak: 16 april 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] ,
gevestigd te [vestigingsplaats eiseres] ,
eiseres,
gemachtigde: M.J.H. Jongeneel LLB, Jongeneel Incasso Support,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Zon & Zo Duurzame Oplossingen-Nederland B.V.,
gevestigd te Alblasserdam,
gedaagde,
procederend bij haar directeur, [naam directeur] .
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiseres] ’ en ‘Zon & Zo’.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 19 november 2019, met producties;
de conclusie van antwoord, met producties;
de conclusie van repliek, tevens voorwaardelijke vermeerdering van eis, met producties;
de conclusie van dupliek, met producties.
De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.2
Op of omstreeks 23 juli 2018 heeft [eiseres] in opdracht van Zon & Zo constructiewerkzaamheden uitgevoerd voor een bedrag van € 6.173,42 inclusief btw.
2.3
Door en namens [eiseres] is Zon & Zo aangemaand tot betaling van de factuur van 23 juli 2018.

3.Het geschil

3.1
[eiseres] vordert dat Zon & Zo bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van € 7.000,66, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 6.173,42 vanaf 22 augustus 2018 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van Zon & Zo in de proceskosten. Het bedrag van € 7.000,66 bestaat uit € 6.173,42 aan hoofdsom, € 683,67 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 143,57 aan btw over de buitengerechtelijke incassokosten. Bij haar conclusie van repliek vordert [eiseres] bovendien ontbinding van de tussen partijen bestaande betalingsregeling.
3.2
[eiseres] heeft haar vordering gebaseerd op nakoming van de betalingsverplichting uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Verder betwist [eiseres] dat Zon & Zo een vordering op [eiseres] heeft. [eiseres] concludeert dan ook tot afwijzing van het verzoek tot verrekening aan de zijde van Zon & Zo.
3.3
Zon & Zo voert verweer en legt daaraan het volgende ten grondslag. Het openstaande bedrag van € 6.173,42 dient te worden verrekend met de openstaande factuur van 6 juli 2018 ter hoogte van € 2.150,00, die [eiseres] nog niet heeft betaald. Daardoor is Zon & Zo aan [eiseres] nog een bedrag van € 4.023,42 verschuldigd.

4.De beoordeling

4.1
Zon & Zo heeft niet betwist dat zij op grond van de overeenkomst tot opdracht een bedrag van € 6.173,42 aan [eiseres] is verschuldigd. Partijen zijn verdeeld over de vraag of Zon & Zo een eigen factuur van € 2.150,00 mag verrekenen met het door haar aan [eiseres] verschuldigde bedrag van € 6.173,42. Aangezien [eiseres] het beroep op verrekening van Zon & Zo gemotiveerd heeft betwist, had het op de weg van Zon & Zo gelegen haar stelling nader te onderbouwen. [eiseres] ontkent immers het bestaan van de vordering van Zon & Zo op [eiseres] . Hoewel [eiseres] in beginsel niet is ingegaan op het opnemen van de factuur van Zon & Zo in de betalingsregeling van 14 januari 209, is geen bevestigende email of andersoortig akkoord van [eiseres] overgelegd waaruit een erkenning van de vordering van Zon & Zo op [eiseres] valt af te leiden. Ook blijkt niet uit de stukken of [eiseres] bij het bedrag van € 21.173,42, dat zij in december 2018 van Zon & Zo vorderde, eventueel al rekening heeft gehouden met de factuur van Zon & Zo. Om die reden is de tegenvordering van Zon & Zo niet op eenvoudige wijze vast te stellen. Aangezien de vordering van [eiseres] op Zon & Zo wel vaststaat, zal het beroep op verrekening worden verworpen op grond van artikel 6:136 BW. Zon & Zo kan haar tegenvordering desgewenst in een aparte procedure aanhangig maken.
4.2
De gevorderde hoofdsom van € 6.173,42 zal daarom worden toegewezen.
4.3
Met betrekking tot de betalingsregeling wordt als volgt overwogen. Uit de stukken blijkt dat er tussen partijen een soort betalingsregeling heeft bestaan. Deze regeling is echter komen te vervallen, doordat Zon & Zo zich hier niet aan heeft gehouden. Daarna is [eiseres] niet akkoord gegaan met een nieuw (betalings)voorstel van Zon & Zo. Omdat er tussen partijen geen betalingsregeling meer bestaat, komt de rechtbank niet toe aan het behandelen van de vordering tot ontbinding hiervan.
4.4
De gevorderde wettelijke rente zal eveneens worden toegewezen, omdat Zon & Zo uitdrukkelijk heeft erkend deze verschuldigd te zijn. [eiseres] maakt tevens aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. [eiseres] heeft het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten vermeerderd met btw. Omdat uit de stellingen van [eiseres] niet blijkt dat de btw niet verrekenbaar is, bestaat voor toewijzing van de gevorderde btw geen grond.
4.5
Zon & Zo zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
:
veroordeelt Zon & Zo aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 6.173,42 vermeerderd met € 683,67 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119a BW over een bedrag van € 6.173,4 vanaf 22 augustus 2018 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt Zon & Zo in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] vastgesteld op € 486,00 aan griffierecht, € 86,40 aan dagvaardingskosten en € 600,00 aan salaris voor de gemachtigde;
en indien Zon & Zo niet binnen 14 dagen na vandaag vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, te vermeerderen met € 131,00 aan salaris, en een bedrag van € 68,00 aan betekeningskosten onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande 14 dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van Steenderen-Koornneef en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44221