ECLI:NL:RBROT:2020:3448
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.C.A.T. Frima
- B.A. Cnossen
- J. van Meerkerk
- Rechtspraak.nl
Faillietverklaring van MODEHUIS B.V. in het kader van de coronacrisis
Op 14 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MODEHUIS [naam] B.V., die een faillietverklaring heeft aangevraagd. De procedure vond plaats in het Team insolventie, waarbij de (middellijk) bestuurder van de aangeefster, bijgestaan door mr. S.H. van Erk, advocaat, telefonisch in raadkamer is gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat er summierlijk feiten of omstandigheden zijn die aantonen dat de aangeefster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 3 lid 1 van de Verordening (EU) 2015/848, waaruit blijkt dat de rechtbank bevoegd is deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van de aangeefster in Nederland ligt.
De rechtbank heeft vervolgens besloten om MODEHUIS [naam] B.V. in staat van faillissement te verklaren. Tevens is mr. B.A. Cnossen benoemd tot rechter-commissaris en mr. J. van Meerkerk is aangesteld als curator. De curator heeft de opdracht gekregen om brieven en telegrammen aan de gefailleerde te openen. Deze uitspraak is gedaan in het kader van de Tijdelijk afwijkende regeling Insolventiezaken rechtbanken, die is ingesteld vanwege de bijzondere omstandigheden door de coronacrisis. Het vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 14 april 2020 om 09:23 uur door mr. J.C.A.T. Frima, rechter, in aanwezigheid van A. Mergen, griffier.