Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
GEMAKSVOEDING EN PLUIMVEEVLEES, E.A.
Rechtbank Rotterdam
Op 14 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de stichting STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR VLEES, VLEESWAREN GEMAKSVOEDING EN PLUIMVEEVLEES, E.A. tegen de besloten vennootschap AZ VLEES B.V. Het verzoekschrift tot faillietverklaring was op 12 februari 2020 ingediend. De rechtbank heeft, in het kader van de Tijdelijk afwijkende regeling Insolventiezaken rechtbanken (TARIC) vanwege de coronacrisis, verzoeksters en verweerster schriftelijk geïnformeerd over de behandeling van het verzoekschrift. Verzoekster heeft op 9 april 2020 een formulier ingediend, maar van verweerster is geen reactie ontvangen, ondanks de wettelijke oproep. Tijdens de zitting op 14 april 2020 is verzoekster telefonisch gehoord door mr. A.M. van Heest, die heeft bevestigd bij het verzoek te persisteren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er summierlijk bewijs is van het vorderingsrecht van verzoekster en dat verweerster in een toestand verkeert waarin zij heeft opgehouden te betalen. De rechtbank is bevoegd om de insolventieprocedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van verweerster in Nederland ligt. De rechtbank heeft vervolgens AZ VLEES B.V. in staat van faillissement verklaard en mr. A.C.M. Höppener benoemd tot rechter-commissaris, terwijl mr. U.R.A. Koeze is aangesteld als curator. De rechtbank heeft ook bepaald dat de verdere behandeling van de zaak zal worden overgedragen aan de rechtbank Den Haag, die de publicatie van het vonnis zal verzorgen.
Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.C.A.T. Frima in het openbaar op 14 april 2020. Tegen deze uitspraak kan verzet worden ingesteld door degenen die daartoe recht hebben, binnen veertien dagen na de uitspraak.