Uitspraak
[naam verdachte] ,
volgens de basisregistratie personen wonende op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
voor wie is verschenen zijn raadsman mr. H.W.A.A. de Jong, advocaat te Rotterdam.
Procedure
2. verbalisant [naam agent 1] , plaatsvervangend hoofd Team Criminele Inlichtingen en verbalisant [naam agent 2] , hoofd Team Criminele Inlichtingen;
3. verbalisanten in verband met het gebruik van de informatie van het TCI, de heer [naam agent 3] , de heer [naam agent 4] en de heer [naam agent 5] .
Feiten
Standpunt verdachte en standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het bezwaar.
Beoordeling
startinformatievoor het onderzoek in de strafzaak tegen de verdachte is gebruikt. Anders dan de raadsman lijkt te veronderstellen, is de TCI-informatie dus
nietbedoeld als bewijsmiddel in de strafzaak tegen de verdachte, en zal de rechtbank in haar verder beoordeling daarvan uitgaan.
het bewijsbetreft. Dit nader onderzoek kan ook noodzakelijk worden indien er sprake zou zijn van een begin van aannemelijkheid van onregelmatigheden tijdens het vooronderzoek op grond waarvan een verweer als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering gevoerd wordt. Er is echter geen begin van aannemelijkheid van (een) dergelijke onregelmatigheid of onregelmatigheden.