ECLI:NL:RBROT:2020:3348

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 april 2020
Publicatiedatum
14 april 2020
Zaaknummer
C/10/592511 / JE RK 20-604
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 april 2020 uitspraak gedaan in een verzoekschrift inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk opgelegd bij beschikking van 29 april 2019 en zou aflopen op 29 april 2020. Vanwege de coronamaatregelen heeft er geen fysieke zitting plaatsgevonden; partijen zijn telefonisch gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van [voornaam minderjarige] aanzienlijke vorderingen heeft gemaakt in haar opvoedvaardigheden en dat er momenteel ambulante hulpverlening betrokken is. De moeder heeft aangegeven dat zij het eens is met de betrokkenheid van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) en dat zij wil dat deze betrokkenheid voortduurt.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat [voornaam minderjarige] nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Ondanks de positieve ontwikkelingen, zoals de terugkeer naar huis bij de moeder, is er behoefte aan verdere ondersteuning en onderzoek naar de kindeigen problematiek. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van twaalf maanden, tot 29 april 2021. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 9 april 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/592511 / JE RK 20-604
datum uitspraak: 3 april 2020

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2008 te [geboorteplaats minderjarige] ( [geboorteland minderjarige] ), hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 3 maart 2020, ingekomen bij de griffie op 4 maart 2020.
Vanwege het beleid van de Raad voor de rechtspraak om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zoals dat op 16 maart 2020 op
www.rechtspraak.nlis gepubliceerd, heeft er geen fysieke zitting plaatsgevonden. De partijen zijn in de gelegenheid gesteld om door de kinderrechter telefonisch gehoord te worden.
De kinderrechter heeft, in aanwezigheid van de griffier, op 3 april 2020 telefonisch gehoord:
  • de moeder, bijgestaan door dhr. Kowalski, tolk in de Poolse taal,
  • een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger] .
De kinderrechter is van oordeel dat deze manier van horen – gelet op de huidige uitzonderlijke omstandigheden – op dit moment voldoende is om tot een goed oordeel te komen en zal daarom een beslissing nemen, zonder verdere mondelinge behandeling.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 29 april 2019 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 29 april 2020.

Het verzoek

De standpunten

De GI heeft het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. De moeder verdient complimenten voor de vorderingen die zijn gemaakt. Sinds de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] heeft de moeder de hulpverlening geaccepteerd en hiervan geprofiteerd. Zij is gemotiveerd en leerbaar. De moeder heeft nieuwe opvoedvaardigheden aangeleerd om te kunnen omgaan met het gedrag van [voornaam minderjarige] en aan te sluiten bij haar behoeften. Sinds de thuisplaatsing van [voornaam minderjarige] heeft de moeder dit goed vast weten te houden. Er is momenteel ambulante hulpverlening betrokken. De zorg is gelegen in de mogelijke kindeigen problematiek van [voornaam minderjarige] , wat nader onderzoek behoeft. Er is reeds een persoonlijkheidsonderzoek (PO) aangevraagd bij Youz, maar er is sprake van een wachtlijst. Een andere zorg is dat er tot op heden geen passende school voor [voornaam minderjarige] is gevonden. Het is van belang dat de GI langer betrokken blijft om erop toe te zien dat de nodige onderzoeken bij [voornaam minderjarige] worden afgenomen en er meer zicht komt op de onderliggende problematiek, zodat er vervolgens passende hulpverlening kan worden ingezet.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en hetgeen partijen telefonisch naar voren hebben gebracht is gebleken dat [voornaam minderjarige] nog ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. In mei 2019 is [voornaam minderjarige] uit huis geplaatst, onder meer omdat er onvoldoende zicht was op de opvoedsituatie van [voornaam minderjarige] en haar veiligheid onvoldoende gewaarborgd kon worden. In de afgelopen periode heeft de moeder zich open gesteld voor de noodzakelijke ambulante hulpverlening en heeft zij haar opvoedvaardigheden vergroot. Gelet op de positieve ontwikkelingen woont [voornaam minderjarige] sinds februari 2020 weer thuis bij de moeder. Om de positieve verandering in de opvoedsituatie te waarborgen, is het van belang dat de ambulante hulpverlening wordt voortgezet. Ook dient er door middel van een PO meer zicht te komen op mogelijke kindeigen problematiek bij [voornaam minderjarige] , zodat er passende hulpverlening voor haar kan worden ingezet. De betrokkenheid van een jeugdbeschermer acht de kinderrechter noodzakelijk om het hulpverleningstraject te coördineren en om zicht te houden op de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] .

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 29 april 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Jordaan, kinderrechter, in tegenwoordigheid van
mr. R. Spaans als griffier en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 9 april 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.