ECLI:NL:RBROT:2020:3345

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 april 2020
Publicatiedatum
14 april 2020
Zaaknummer
C/10/593239 / JE RK 20-725
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter op 3 april 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek om machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [voornaam minderjarige]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 12 maart 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om de minderjarige in een gesloten accommodatie te plaatsen voor een periode van zes maanden. Dit verzoek is gedaan in het kader van de coronamaatregelen, waardoor er geen fysieke zitting heeft plaatsgevonden. De kinderrechter heeft de minderjarige telefonisch gehoord, samen met een vertegenwoordiger van de GI en de advocaat van de minderjarige, mr. M.K. Durdu-Agema.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds december 2019 in een gesloten jeugdhulpvoorziening verblijft en dat er sprake is van een positieve ontwikkeling, maar dat er ook nog stappen gezet moeten worden op het gebied van weerbaarheid en impulsiviteit. De kinderrechter oordeelt dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de hulp onttrekt en om haar ontwikkeling niet te belemmeren. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend, met ingang van 12 april 2020 tot 12 oktober 2020, en benadrukt dat de plaatsing niet langer dan noodzakelijk moet duren.

De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 9 april 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/593239 / JE RK 20-725
datum uitspraak: 3 april 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2004 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de verklaring van 6 februari 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring van 26 maart 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
- de briefrapportage van de GI van 30 maart 2020, ingekomen bij de griffie op
30 maart 2020.
Vanwege het beleid van de Raad voor de rechtspraak om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zoals dat op 16 maart 2020 op
www.rechtspraak.nlis gepubliceerd, heeft er geen fysieke zitting plaatsgevonden. De partijen zijn in de gelegenheid gesteld om door de kinderrechter telefonisch gehoord te worden.
De kinderrechter heeft, in aanwezigheid van de griffier, op 3 april 2020 telefonisch gehoord:
- de minderjarige [voornaam minderjarige] , bijgestaan door haar advocaat mr. M.K. Durdu-Agema,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
De kinderrechter is van oordeel dat deze manier van horen – gelet op de huidige uitzonderlijke omstandigheden – op dit moment voldoende is om tot een goed oordeel te komen en zal daarom een beslissing nemen, zonder verdere mondelinge behandeling.

De feiten

Bij beschikking van 21 januari 2020 is [voornaam minderjarige] onder voogdij gesteld van de GI.
[voornaam minderjarige] verblijft in een voorziening voor gesloten jeugdhulp.
Bij beschikking van 7 januari 2020 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend, met ingang van 12 januari 2020 tot 12 april 2020, betreffende [voornaam minderjarige] .

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.

De standpunten

De GI heeft het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht.
Er is sprake van een positieve ontwikkeling bij [voornaam minderjarige] , in die zin dat zij door haar therapie steeds meer zelfinzicht krijgt en meer open is over haar emoties. [voornaam minderjarige] volgt EMDR-therapie en paardentherapie. Ondanks dat er stappen zijn gemaakt, heeft [voornaam minderjarige] een aantal onrustige weken gehad en zit zij momenteel slecht in haar vel. Recent hebben er twee incidenten plaatsgevonden op de groep bij Harreveld, waarbij [voornaam minderjarige] betrokken was. De GI wil dat [voornaam minderjarige] zich meer op haar behandeling en haar toekomst kan gaan richten. Het is van belang dat zij werkt aan haar impulsiviteit. [voornaam minderjarige] is aangemeld voor een open groep bij Timon, maar er is nog een periode nodig om daar een goede start te kunnen maken. Het streven is om binnen zes maanden toe te werken naar een plaatsing bij Timon, maar wellicht is een tussenstap in een behandelsetting elders noodzakelijk. Timon heeft enkele voorwaarden gesteld alvorens [voornaam minderjarige] aldaar geplaatst kan worden. De GI merkt op dat de plaatsing van [voornaam minderjarige] in de gesloten jeugdhulp niet langer dan noodzakelijk zal voortduren.
Door en namens [voornaam minderjarige] is medegedeeld dat [voornaam minderjarige] een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Het thema jongens blijft nog een zwak punt. [voornaam minderjarige] vindt zelf ook dat zij hieraan moet werken en dat zij daarom langer bij Harreveld moet blijven. Zij denkt hierbij aan een periode van vier maanden. Indien [voornaam minderjarige] zich de komende week goed gedraagt, dan mag zij op weekendverlof naar haar halfzus. Ook heeft [voornaam minderjarige] weer enkele keren contact gehad met haar vader. Zij wil het contact met haar vader rustig opbouwen. Het is van belang dat [voornaam minderjarige] niet gedemotiveerd raakt. Namens [voornaam minderjarige] wordt daarom verzocht om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen tot 1 september 2020, met de gedachte dat de doelen op dat moment zijn behaald en zij dan kan starten op de open groep bij Timon.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, van de Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen partijen telefonisch naar voren hebben gebracht is gebleken dat [voornaam minderjarige] sinds december 2019 in Harreveld, een voorziening voor gesloten jeugdhulp, verblijft. [voornaam minderjarige] is gemotiveerd voor haar therapie en er is sprake van een prille, positieve ontwikkeling, in die zin dat [voornaam minderjarige] meer zelfinzicht heeft en meer open is over haar emoties. Echter zijn er nog stappen te maken ten aanzien van haar weerbaarheid en impulsiviteit. De kinderrechter acht het daarom in het belang van de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] noodzakelijk dat haar behandeltraject binnen Harreveld wordt voortgezet. In de komende periode zal er toegewerkt worden naar een voor [voornaam minderjarige] passende vervolgplek in een open setting. Zij is reeds aangemeld voor een open groep van Timon. In dit kader zullen de verlofmomenten van [voornaam minderjarige] stapsgewijs worden uitgebreid.
Om de overstap naar een open setting zorgvuldig te laten plaatsvinden en te kunnen voldoen aan de door Timon gestelde voorwaarden, zal de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor een periode van zes maanden, zoals is verzocht door de GI. Hierbij merkt de kinderrechter op dat de plaatsing van [voornaam minderjarige] binnen de gesloten jeugdhulp niet langer dan noodzakelijk dient voort te duren, zoals ook door de GI is toegezegd.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp, met ingang van 12 april 2020 tot
12 oktober 2020, betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige] .
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Jordaan, kinderrechter, in tegenwoordigheid van
mr. R. Spaans als griffier en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 9 april 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.