In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 maart 2020 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 29 april 2020 en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om deze verlenging met vijf maanden, tot aan de meerderjarigheid van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaak telefonisch behandeld, gezien de coronamaatregelen die fysieke zittingen belemmerden. De ouders van [voornaam minderjarige] hebben ingestemd met het verzoek van de GI, omdat zij de hulp van de jeugdbeschermer nog nodig hebben. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] een positieve ontwikkeling doormaakt, maar dat de thuissituatie nog onstabiel is. Er zijn nog regelmatig ruzies binnen het gezin, wat de noodzaak voor de ondertoezichtstelling onderstreept. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de ondertoezichtstelling moet worden verlengd tot 26 september 2020, zodat de jeugdbeschermer de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] kan blijven volgen en de ouders kan ondersteunen in het stabiliseren van de thuissituatie. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.