ECLI:NL:RBROT:2020:3308

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 april 2020
Publicatiedatum
14 april 2020
Zaaknummer
FT RK 20-124
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillietverklaring van PURPLE SUBMARINE HOLDING B.V. in het kader van de Tijdelijk afwijkende regeling Insolventiezaken

Op 10 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de faillietverklaring van PURPLE SUBMARINE HOLDING B.V., op verzoek van ABN AMRO BANK N.V. en andere verzoeksters. Het verzoekschrift was ingediend op 27 februari 2020 en de rechtbank had de verzoeksters en verweerster schriftelijk geïnformeerd over de behandeling van het verzoekschrift. De verweerster, PURPLE SUBMARINE HOLDING B.V., heeft echter niet gereageerd op de oproep en ook geen standpunt ingenomen. De rechtbank heeft de verzoeksters telefonisch gehoord op 31 maart en 7 april 2020, waarbij mr. T.E. Booms namens de verzoeksters verklaarde dat er geen reactie van de verweerster was ontvangen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er summierlijk bewijs is van het vorderingsrecht van de verzoeksters en dat de verweerster in een toestand verkeert waarin zij heeft opgehouden te betalen. Gelet op de Europese regelgeving was de rechtbank bevoegd om deze insolventieprocedure te openen, aangezien het centrum van de voornaamste belangen van de verweerster in Nederland ligt.

In de beslissing heeft de rechtbank PURPLE SUBMARINE HOLDING B.V. in staat van faillissement verklaard, mr. B.A. Cnossen benoemd tot rechter-commissaris en mr. P.A. de Lange als curator aangesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een termijn van veertien dagen gesteld voor verzet tegen deze uitspraak, dat uitsluitend door een advocaat kan worden ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
Insolventienummer: [nummer]
Uitspraak: 10 april 2020
VONNIS op het op 27 februari 2020 ingekomen verzoekschrift, met bijlage(n), van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam, en andere,
verzoeksters,
advocaten: mr. E.J. Oppedijk van Veen en mr. T.E. Booms,
strekkende tot faillietverklaring van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PURPLE SUBMARINE HOLDING B.V.,
kantoorhoudende te Honderdland 71
2676 LS Maasdijk,
statutair gevestigd te Vlaardingen,
verweerster.

1.De procedure

De rechtbank heeft met toepassing van de Tijdelijk afwijkende regeling Insolventiezaken rechtbanken vanwege de bijzondere omstandigheden door de Coronacrisis (hierna: TARIC), verzoeksters en verweerster schriftelijk geïnformeerd over de behandeling van onderhavig verzoekschrift ter zitting van 31 maart 2020 en 7 april 2020 onder toezending van een formulier waarop verzoeksters en verweerster hun standpunt naar voren konden brengen, met de mededeling dat dit formulier uiterlijk voor 14:00 uur op de dag voorafgaande aan de behandeling door de griffie dient te zijn ontvangen.
Op 27 maart en 2 april 2020 is van verzoeksters het voornoemde formulier met bijlagen ontvangen ter griffie van deze rechtbank. Van verweerster is het formulier niet ontvangen en ook overigens is van verweerster, hoewel zij op de bij de wet voorgeschreven wijze is opgeroepen, niets vernomen. De rechtbank merkt hierbij op dat de advocaat van verzoeksters het formulier met bijlagen op 27 maart 2020 per e-mail aan de rechtbank heeft doen toekomen met een kopie aan verweerster en haar advocaat, mr. G. Werger.
Ter zittingen van 31 maart 2020 en 7 april 2020 is, conform TARIC, telefonisch gehoord:
- namens verzoeksters, mr. T.E. Booms.
Mr. Booms heeft verklaard dat hij niets van verweerster heeft vernomen en dat hij persisteert bij het verzoek.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

De rechtbank oordeelt dat summierlijk is gebleken van het vorderingsrecht van verzoeksters en van het bestaan van feiten of omstandigheden die aantonen dat verweerster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van verweerster in Nederland ligt.

3.De beslissing

De rechtbank,
- verklaart PURPLE SUBMARINE HOLDING B.V. voornoemd in staat van faillissement;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. B.A. Cnossen, lid van deze rechtbank;
- stelt aan tot curator mr. P.A. de Lange, advocaat te Barendrecht;
- geeft last aan de curator tot het openen van brieven en telegrammen aan de gefailleerde gericht.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J.C.A.T. Frima, rechter, en in aanwezigheid van
A. Vervoorn, griffier, in het openbaar uitgesproken op 10 april 2020 te 10.00 uur. [1]
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende veertien dagen na de dag van deze uitspraak, verzet instellen. Het verzet kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van de rechtbank die van deze zaak kennis moet nemen.