ECLI:NL:RBROT:2020:3269
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.C.A.T. Frima
- C.G.E. Prenger
- M.J. Noteboom
- Rechtspraak.nl
Faillietverklaring van WAALHAVEN BEHEER B.V. zonder mondelinge behandeling
Op 1 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de faillietverklaring van WAALHAVEN BEHEER B.V. Dit vonnis volgde op een verzoekschrift dat op 14 februari 2020 was ingediend door de besloten vennootschappen KIK BEHEER B.V. en EUROTRAFFIC HOLDING B.V. De verzoeksters, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J. Goedhart, vroegen de rechtbank om de faillietverklaring van WAALHAVEN BEHEER B.V., die gevestigd is in Zwijndrecht en tevens handelend onder de naam LBW Vastgoedzorg. De verweerster, WAALHAVEN BEHEER B.V., werd vertegenwoordigd door advocaat mr. P.A. van Lange.
De procedure verliep zonder mondelinge behandeling, aangezien de verweerster zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank. Dit werd bevestigd door e-mailberichten van beide advocaten waarin zij instemden met afdoening zonder mondelinge behandeling. De rechtbank oordeelde dat er summierlijk bewijs was van het vorderingsrecht van de verzoeksters en dat WAALHAVEN BEHEER B.V. in een toestand verkeerde waarin zij had opgehouden te betalen.
De rechtbank was bevoegd om deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen, omdat het centrum van de voornaamste belangen van de verweerster in Nederland ligt. In de beslissing verklaarde de rechtbank WAALHAVEN BEHEER B.V. in staat van faillissement, benoemde mr. C.G.E. Prenger tot rechter-commissaris en mr. M.J. Noteboom tot curator. Tevens gaf de rechtbank de curator de opdracht om brieven en telegrammen aan de gefailleerde te openen. Dit vonnis werd openbaar uitgesproken op 1 april 2020 om 10:00 uur.