Uitspraak
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
[gedaagde] ,
Verloop van de procedure
Omschrijving van het geschil
1. De feiten
De vordering
Het verweer
Beoordeling van het geschil
€ 350,97 en wettelijke rente ad € 8,59.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 26 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonkracht 10 en een gedaagde huurder. De eiseres, Stichting Woonkracht 10, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de gedaagde, die een huurachterstand had laten ontstaan. De gedaagde erkende de huurachterstand, maar verweerde zich met persoonlijke omstandigheden tegen de ontbinding en ontruiming. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een huurachterstand had van meer dan drie maanden, wat in beginsel de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de huurachterstand was opgelopen tot € 3.417,28, verminderd met een bedrag van € 800,00 aan betalingen door de gedaagde. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake was van herhaalde structurele wanprestatie van de zijde van de gedaagde, waardoor de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, evenals de vordering tot betaling van de achterstallige huur en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde werd veroordeeld om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen en de achterstallige huur te betalen, alsook de maandelijkse huur tot aan de ontruiming.