ECLI:NL:RBROT:2020:3207

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 april 2020
Publicatiedatum
9 april 2020
Zaaknummer
8057532 \ CV EXPL 19-41298
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verval van recht op uitkering door opzettelijke misleiding in verzekeringskwestie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en Allianz Benelux N.V. over de schadevergoeding na de diefstal van een Volkswagen Polo. [eiseres] vorderde vergoeding van de schade die zij had geleden als gevolg van de autodiefstal, maar Allianz weigerde de schade te vergoeden op grond van verval van het recht op uitkering. Allianz stelde dat [naam], de echtgenoot van [eiseres], opzettelijk onjuiste informatie had verstrekt over de sleutels en de technische staat van de auto, wat volgens hen een schending van de meldingsplicht inhield. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [naam] inderdaad onjuiste en tegenstrijdige inlichtingen heeft verstrekt, wat heeft geleid tot de conclusie dat Allianz terecht een beroep deed op verval van het recht op uitkering ex artikel 7:941 lid 5 BW. De rechter oordeelde dat de gedragingen van [naam] aan [eiseres] konden worden toegerekend, aangezien zij de verzekering had afgesloten ten behoeve van de auto van [naam]. De vorderingen van [eiseres] werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8057532 \ CV EXPL 19-41298
uitspraak: 3 april 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats eiseres] ,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 16 september 2019,
gemachtigde: mr. E.V. Brunings te Amsterdam,
tegen
de naamloze vennootschap
Allianz Benelux N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. R.H.J. Wildenburg te Arnhem.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiseres] ’ respectievelijk ‘Allianz’.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennisgenomen:
  • het exploot van dagvaarding, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • het vonnis van 27 november 2019, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
  • het proces-verbaal van de op 23 januari 2020 gehouden comparitie van partijen.
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

In deze procedure wordt uitgegaan van het volgende.
2.1.
Tussen [eiseres] als verzekeringnemer en Allianz als verzekeraar is een verzekeringsovereenkomst tot stand gekomen met betrekking tot een personenauto Volkswagen Polo met kenteken [kentekennummer] (hierna: de auto).
2.2.
Op de verzekeringsovereenkomst zijn algemene en bijzondere voorwaarden van toepassing. In de algemene voorwaarden is, voor zover relevant, het volgende bepaald:
“(…)
10. Wat doet verzekeraar bij fraude?
Verzekeraar accepteert geen enkele vorm van fraude. Verzekeraar spant zich in om fraude te voorkomen en te bestrijden. Bij fraude doet verzekeraar het volgende:
- Verzekeraar betaalt niet voor uw schade.
- Als verzekeraar al iets aan u betaald heeft, moet u dat aan verzekeraar terugbetalen.
- Verzekeraar stopt deze verzekering en alle andere verzekeringen die u bij verzekeraar heeft.
- Als verzekeraar kosten heeft gemaakt door de fraude, moet u die aan verzekeraar terugbetalen.
- Verzekeraar doet aangifte bij de politie.
- Verzekeraar registreert de fraude in diverse databanken, (…).
(…)”
In de toepasselijke bijzondere voorwaarden voor uitgebreid casco en beperkt casco is, voor zover relevant, het volgende bepaald:
“(…)
9. Hoe stelt verzekeraar de schade vast?(…)
c. Hoe stelt verzekeraar vast of de auto het nog waard is om te laten repareren?
Verzekeraar kijkt naar de waarde van de auto voordat u schade kreeg. Van die waarde trekt verzekeraar het bedrag af dat de auto na de schade nog waard is. Verzekeraar noemt dat ‘de restwaarde’. Het verschil tussen die twee is wat de reparatie maximaal mag kosten. Kost het meer om de schade te laten repareren? Dan is de auto het niet meer waard om te laten repareren. De auto is dan total loss.
In de volgende gevallen is uw auto total loss:
(…)
- Als de auto gestolen of verduisterd is.
(…)

10.Hoeveel betaalt verzekeraar bij schade?

Hoeveel verzekeraar betaalt, hangt ervan af of uw auto het nog waard is om te repareren of
total loss is. (…)
Uw auto is total loss
Is uw auto total loss? Dan betaalt verzekeraar u wat de auto waard was voordat u
de schade kreeg. De waarde van het wrak trekt verzekeraar van dit bedrag af.
Als de auto weg is
Als de auto gestolen of verduisterd is of als de auto weg is doordat u bent opgelicht,
betaalt verzekeraar de auto. (…) En verzekeraar betaalt alleen als u verzekeraar
het eigendom geeft van de auto . Daarvoor tekent u een akte van
eigendomsoverdracht. Als verzekeraar of iemand anders de auto dan vindt, is hij
van verzekeraar.
(…)
Wat moet u doen als de auto total loss is?
Als de auto total loss is, moet u die bij de verzekeraar inleveren of bij een bedrijf dat
verzekeraar kiest. Alleen dan betaalt verzekeraar u voor de schade.
Dan moet u inleveren:
- De auto of het wrak.
- Alle sleutels.
- Alle delen van het kentekenbewijs van de auto.
(…)”
2.3.
Op 28 oktober 2018 heeft de heer [naam] (hierna: [naam] ), de echtgenoot van [eiseres] , bij de politie aangifte gedaan van diefstal van de auto.
2.4.
[naam] heeft op 9 november 2018 de autodiefstal aan Allianz gemeld. Hij heeft daartoe een “Vragenformulier Diefstal motorrijtuig” ingevuld. Op dat formulier zijn onder meer de volgende vragen vermeld, met daarachter de door [naam] ingevulde antwoorden:
“(…)
Sleutels
Aantal sleutels bij aankoop: 2
In bezit op dit moment: 2
Sleutels bij laten maken: nee
(…)”
2.5.
Op 14 november 2018 heeft Allianz Dekra opdracht gegeven om onderzoek te verrichten naar de gemelde autodiefstal.
2.6.
In opdracht van Dekra heeft IDtech op 7 december 2018 opdracht gegeven tot het doen van onderzoek naar twee autosleutels.
2.7.
Dekra heeft haar bevindingen in een rapport d.d. 24 januari 2019 neergelegd. De in dat rapport opgenomen conclusie van Dekra luidt als volgt:
“Dat de Volkswagen met een bergingsvoertuig naar A-Point was gebracht en dat de sleutel waarover de heer [naam] beschikte niet kon worden geprogrammeerd, werd ons pas duidelijk na het tweede onderhoud met hem en na verdere navraag bij het dealerbedrijf. Op dit punt heeft de heer [naam] in ieder geval tot tweemaal toe onjuiste informatie verstrekt. Pas bij het laatste gesprek gaf hij toe dat hij niet meer verder kon rijden en dat de Volkswagen met een bergingsvoertuig naar A-Point was gebracht. De opgave rondom de sleutels en het verzwijgen van de werkelijke gebeurtenissen daaromtrent, leidden tot veel extra werkzaamheden in dit dossier. Hierbij merken wij nog op dat de heer [naam] heeft opgegeven dat hij de Volkswagen bij 62.000 kilometer van zijn zoon heeft overgenomen. De extra sleutel is bij tellerstand 68.220 bijgemaakt, hetgeen betekent dat de heer [naam] 6.000 kilometer met de eerste sleutel heeft gereden. Het ontbreken van gebruikssporen op deze sleutel blijft vraagtekens oproepen waarbij wij vermoeden dat de heer [naam] op dit punt nog steeds geen juiste voorstelling van zaken heeft gegeven.
De storingen ten aanzien van het motorregelapparaat en de startblokkering zijn in ieder geval ontstaan bij kilometerstand 68.220, de tellerstand die bij A-Point is geregistreerd en waarbij de extra sleutel is geprogrammeerd.
Het valt in dit stadium niet uit te sluiten dat de storingen verband houden met een poging om de auto weg te nemen.
(…)”
2.8.
Bij brief van 26 februari 2019 heeft Allianz aan [naam] , onder meer, het volgende medegedeeld:
“(…)
Ter behandeling van uw claim hebben wij een technisch sleutelonderzoek en een tactisch onderzoek uitgevoerd. De door u ingeleverde voertuigsleutels zijn bekeken door ID Tech. Daarnaast heeft u over de diefstal, aanschaf van het voertuig, sleutelgebruik en dergelijk gesproken met een onderzoeker van Dekra. Uit dit onderzoek zijn onregelmatigheden gekomen. Met de oude sleutel bedoelen wij de sleutel die u in bezit had, met nieuwe sleutel bedoelen wij de sleutel die u in september bij heeft laten maken.
- U geeft aan dat u EUR 12.000,00 heeft voldaan aan uw zoon voor de aanschaf van het voertuig. De vraagprijs van het voertuig, toen uw zoon deze kocht, was EUR 9.500,00. Het is niet aannemelijk dat u meer heeft betaald voor het voertuig dan het bedrag waar uw zoon deze voor had gekocht.
- U heeft op het ingevulde diefstalinformatieformulier aangegeven dat u twee sleutels bij aanschaf van het voertuig heeft ontvangen en dat u geen sleutels bij heeft laten maken. Uit het sleutelonderzoek blijkt dat een van de door u ingeleverde sleutels, een sleutel is die u heeft laten bijmaken in september 2018, dus na de aankoop van het voertuig. Uw verklaring op het diefstalformulier klopt daarmee niet.
- Het is opvallend dat u uw voertuig 500 meter van uw woning heeft geparkeerd met de reden dat dit gemakkelijker was met betrekking tot het meenemen van de bagage voor uw reis.
- U heeft aangegeven dat u rijdend met uw voertuig naar A-Point bent gegaan toen u een extra sleutel bij wilde laten maken. Echter blijkt uit verklaringen dat uw voertuig door een sleepdienst naar A-Point is vervoerd. De sleutel was niet meer werkzaam.
- U verklaart dat beide sleutels op het voertuig hebben gewerkt nadat de tweede ‘nieuwe’ sleutels was ingeleerd op het voertuig. De ‘oude’ sleutel bevat echter geen transponder, wat er voor zorgt dat deze niet kan werken op het voertuig.
Conclusie
Wij kunnen niet anders dan concluderen dan dat u opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven. U heeft hiermee Allianz een onterecht (hogere) schadevergoeding willen laten doen. Het geven van een onjuiste voorstelling van zaken is fraude.
(…)”
2.9.
Bij e-mail van 28 februari 2019 heeft [naam] ten aanzien van de sleutels het volgende, voor zover relevant, medegedeeld aan Allianz:
“(…)
Ik heb wat onderzoek gedaan t.a.v de sleutel. Het blijkt dat een zoon van mij die ook de auto rijdt bij mij afwezigheid en probleem heeft gehad met de eerste,enige sleutel die ik heb gehad bij aankoop. Maar dit heeft hij niet aan mij kenbaar gemaakt. Maar het komt op neer dat de sleutel stuk is gegaan. Het metale gedeelte is uit de zwarte omhulsel gevallen. Zonder het omhulsel startte de auto niet. Hij heeft een copie gemaakt bij een sleutelmaker. De sleutel was niet ingeleerd. De copiesleutel heeft gefunctioneerd tot de dag dat ik pech kreeg. Gelukkig heeft hij de originele sleutel (het metale gedeelte) mee gekregen. Die heb ik in bezit. Als Allianz het nodig is wil ik die op de post doen.
(…)”

3..De vordering

3.1.
[eiseres] heeft – na eiswijziging – gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht te verklaren dat Allianz is gehouden tot vergoeding aan [eiseres] van de schade die zij als gevolg van de diefstal van de auto heeft geleden;
II. te bepalen dat die vergoeding dient te worden berekend conform de bepalingen van de verzekeringsovereenkomst tussen partijen en dat het aldus berekende bedrag aan schadevergoeding dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente daarover van 8 juni 2019 tot en met de dag van algehele voldoening;
III. Allianz te veroordelen tot betaling van een bedrag aan buitengerechtelijke kosten, gelijk aan 15% van het bedrag dat Allianz aan schadevergoeding sec aan [eiseres] zal blijken te zijn verschuldigd, te vermeerderen met 21% btw;
IV. Allianz te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2.
Aan die vorderingen heeft [eiseres] ten grondslag gelegd dat Allianz ten onrechte, want op onjuiste gronden, heeft geweigerd de schade te vergoeden die [eiseres] heeft geleden als gevolg van de autodiefstal. [eiseres] heeft toegelicht dat, als al juist is dat [naam] op een of meerdere onderzoeksvragen van Allianz een onjuist antwoord heeft gegeven, [eiseres] dan betwist dat er opzet op misleiding van de verzekeraar bij [naam] aanwezig is en betwist zij dat de door Allianz gevraagde informatie van belang is voor de beoordeling van de uitkeringsplicht. Voor zover er sprake is van onjuiste inlichtingen, berusten die onjuistheden op vergissingen. Die onjuiste inlichtingen rechtvaardigen geen verval van recht op uitkering. Allianz kan daarom geen geslaagd beroep doen op verval van recht op uitkering ex artikel 7:941 lid 5 BW.

4..Het verweer

4.1.
Allianz heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] en tot veroordeling van [eiseres] in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
4.2.
Allianz heeft primair de autodiefstal betwist en subsidiair als verweer aangevoerd dat het eventuele recht op uitkering is vervallen op grond van artikel 10 van de algemene voorwaarden alsmede op grond van artikel 7:941 lid 5 jo. lid 2 BW. Allianz heeft daartoe het volgende aangevoerd. [naam] heeft in strijd met de informatieplicht jegens de verzekeraar meerdere malen onjuiste en tegenstrijdige informatie verstrekt over de technische staat van de auto, over het aantal sleutels dat hij bij aankoop van de auto heeft ontvangen en over het al dan niet laten bijmaken van sleutels, met het opzet om Allianz te misleiden. Daarnaast is het onveilig en onlogisch om de auto buiten het zicht op 500 meter van het woonadres te parkeren en is het merkwaardig dat [naam] de auto van zijn zoon zou hebben gekocht voor een contant bedrag ad € 12.000,-, terwijl de vorige eigenaar de auto voor € 9.500,- had aangeboden op Marktplaats. Dat [naam] bij de aanschaf van de auto kennelijk alleen beschikte over een niet op het voertuig werkende sleutel, terwijl zijn zoon ook in de auto reed, doet de vraag rijzen of [naam] überhaupt eigenaar is van de auto. De opzettelijke misleiding door [naam] ligt in de risicosfeer van [eiseres] , omdat zij de personenautoverzekering heeft afgesloten ten behoeve van de auto van [naam] . De gedragingen van [naam] kunnen aan [eiseres] worden toegerekend.

5..De beoordeling

5.1.
Tussen partijen is in geschil of [eiseres] recht heeft op uitkering uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst. Allianz heeft een beroep gedaan op het verval van het recht op uitkering zoals bepaald in artikel 7:941 lid 5 jo. lid 2 BW en zoals eveneens is vastgelegd in artikel 10 van de algemene voorwaarden.
5.2.
In artikel 7:941 lid 2 BW is bepaald dat de verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde verplicht zijn binnen redelijke termijn de verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor de verzekeraar van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen. Het recht op uitkering vervalt als de verzekeringnemer of een tot uitkering gerechtigde de voornoemde verplichting niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, behoudens voor zover deze misleiding het verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt (artikel 7:941 lid 5 BW). De achterliggende gedachte achter die sanctie is dat de verzekeraar ter beoordeling van een schadeclaim erop moet kunnen vertrouwen, zeker in het geval van diefstal, dat de verzekerde juiste en zo volledig mogelijke informatie ter zake verstrekt. Het is aan de verzekeraar die een beroep op 7:941 lid 5 BW doet om feiten en omstandigheden te stellen, en zo nodig te bewijzen, waaruit blijkt dat het de bedoeling van de verzekerde is geweest om te misleiden en om een uitkering te verkrijgen, die hij bij een juiste opgave niet zou hebben verkregen.
Onjuiste en tegenstrijdige inlichtingen
5.3.
Vaststaat dat [naam] op het “Vragenformulier Diefstal motorrijtuig” van 9 november 2018 heeft ingevuld dat er twee originele sleutels aanwezig waren bij de aanschaf van de auto, dat hij twee sleutels bezit en dat hij geen sleutels heeft laten bijmaken. Eveneens staat vast dat [naam] op 27 november 2018 tegenover Dekra heeft verklaard dat hij tijdens de aankoop van de auto één sleutel van zijn zoon heeft gekregen en dat hij medio augustus/september 2018 één sleutel heeft laten bijmaken bij A-Point. Ook staat vast dat [naam] bij e-mail van 28 februari 2019 aan Allianz heeft medegedeeld dat er nog een derde sleutel is, althans het metalen gedeelte daarvan, welke sleutel door [naam] uiteindelijk ook naar Allianz is opgestuurd.
5.4.
Ter zake de technische staat van de auto heeft Allianz onder verwijzing naar het rapport van Dekra gesteld dat [naam] op 27 november 2018 tegenover Dekra heeft verklaard dat hij in technische zin geen problemen met de auto heeft gehad, terwijl hij later in januari 2019 heeft verklaard dat hij twee keer startproblemen heeft gehad. Verder is bij het uitlezen van de auto bij A-Point op 11 september 2018 gebleken dat er storingen aanwezig waren aan het motorregelapparaat en de wegrijblokkering, aldus Allianz. Volgens Allianz heeft [naam] ter zake de rit naar A-Point in eerste instantie verklaard dat hij rijdend met de auto naar A-Point is gegaan, terwijl [naam] later, pas nadat hij in januari 2019 door Dekra was geconfronteerd met het feit dat de auto naar A-Point was weggetakeld door een bergingsbedrijf, heeft toegegeven dat de auto door een sleepdienst naar A-Point is vervoerd. [naam] heeft de door Allianz gestelde gang van zaken niet betwist, zodat in rechte van de juistheid daarvan wordt uitgegaan.
5.5.
Gelet op het voorgaande, staat vast dat [naam] onjuiste en tegenstrijdige inlichtingen heeft verstrekt aan Allianz over de sleutels en de technische staat van de auto.
Inlichtingen van belang voor de uitkeringsplicht
5.6.
Tussen partijen is in geschil of de gevraagde inlichtingen over de sleutels en de technische staat van de auto van belang zijn voor de beoordeling van de uitkeringsplicht.
5.7.
[eiseres] heeft gesteld dat de inlichtingen niet van belang zijn voor de uitkeringsplicht en heeft ter zitting daaraan toegevoegd dat de originele sleutels niet van belang zijn, omdat er ten minste één sleutel is, die werkt op de auto.
Allianz heeft onder verwijzing naar artikel 10 van de bijzondere voorwaarden (zie ro. 2.2) toegelicht dat zij na uitkering van de schade als gevolg van de diefstal er zeker van moet zijn dat zij daadwerkelijk de eigendom van de auto krijgt na ondertekening van een akte van eigendomsoverdracht door de verzekerde. Allianz moet daarom in het bezit worden gesteld van de originele autosleutels en door verzekerde worden ingelicht over de vraag of verzekerde over de originele sleutels, over niet-originele of bijgemaakte sleutels beschikt, aldus Allianz. De verzekeraar heeft verder toegelicht dat de technische staat van de auto vóór de gestelde diefstal van belang is voor de beoordeling van de waarde van de auto, welke waarde van belang is voor het bepalen van de hoogte van de uitkering. Het een en ander kan worden afgeleid uit artikel 9 sub c en artikel 10 van de polisvoorwaarden (zoals geciteerd in ro. 2.2), aldus Allianz.
5.8.
Gelet op de gemotiveerde toelichting van Allianz en de onbetwiste inhoud van de polisvoorwaarden, wordt als vaststaand aangenomen dat de gevraagde inlichtingen over de sleutels en de technische staat van de auto van belang zijn voor de uitkeringsplicht.
5.9.
Door het verstrekken van onjuiste en tegenstrijdige inlichtingen over onderwerpen die van belang zijn voor de uitkeringsplicht, is sprake van het niet-nakomen van de meldingsplicht zoals bedoeld in artikel 7:941 lid 2 BW.
Opzet om de verzekeraar te misleiden
5.10.
De vraag die dan rijst, is of [naam] de onjuiste en tegenstrijdige inlichtingen heeft verstrekt met het opzet de verzekeraar te misleiden. Volgens Allianz is er sprake van opzet, maar [eiseres] heeft dat betwist. Overwogen wordt als volgt.
5.11.
[naam] heeft weliswaar gesteld dat het onjuist invullen van het vragenformulier een vergissing was, omdat hij de vragen verkeerd had begrepen, maar de kantonrechter is het met Allianz eens dat de vragen op het formulier (zie ro. 2.4) duidelijk en ondubbelzinnig zijn geformuleerd. Daarnaast heeft [naam] desgevraagd ter zitting geen verklaring kunnen geven voor het feit dat hij op het vragenformulier heeft ingevuld dat er géén sleutels zijn bijgemaakt, terwijl hij toen reeds zelf een sleutel had laten bijmaken bij A-Point.
5.12.
Allianz heeft aangevoerd dat uit het door IDtech uitgevoerde sleutelonderzoek volgt dat de sleutel, waarvan aannemelijk is dat [naam] die sleutel in september 2018 heeft laten bijmaken bij A-Point, is geproduceerd door de fabrikant van Volkswagen. De andere sleutel die [naam] naar Allianz heeft opgestuurd, blijkt volgens het onderzoek van IDtech gemanipuleerd te zijn (de sleutel bevat restanten van secondelijm en het fabriekslogo is ondersteboven aangebracht) en die sleutel, die niet is voorzien van een transponder, werkt niet op de auto, aldus Allianz. Zij heeft gesteld dat door IDtech en Dekra geen sporen van regelmatig gebruik zijn gevonden op die sleutel. Volgens Allianz kan dat slechts betekenen dat [naam] sinds de aanschaf van de auto op 24 juli 2018 enkel in het bezit was van één gemanipuleerde, niet-werkende sleutel, waarop geen gebruikssporen zijn aangetroffen.
[eiseres] heeft het onderzoek van IDtech/Dekra niet inhoudelijk betwist, maar blijft bij haar standpunt dat [naam] de sleutel in kwestie wel degelijk heeft kunnen gebruiken op de auto. Ter zitting heeft [naam] toegelicht dat de sleutel in kwestie later – vanwege de toelichting van zijn zoon (zie de e-mail van 28 februari 2019, ro. 2.9) – een duplicaat bleek te zijn. De kantonrechter overweegt dat de onderzoeksresultaten, die inhoudelijk niet zijn betwist en waarvan de juistheid daarom in rechte vaststaat, en de stelling van [naam] dat de sleutel in kwestie een duplicaat was, overeenstemmen. De onderzoeksresultaten staan echter haaks op de stelling van [naam] ter zake de bruikbaarheid van de sleutel. [eiseres] heeft geen enkele verklaring gegeven voor het ontbreken van gebruikssporen op de sleutel en voor het manipuleren van de sleutel.
5.13.
Allianz heeft verder gemotiveerd gesteld dat [naam] bewust onjuist heeft verklaard over de technische staat van de auto en de rit naar A-Point en heeft daarbij gewezen op de bevindingen van Dekra (geciteerd in ro. 2.7). Als onbetwist kan daaruit worden afgeleid dat [naam] pas na het tweede gesprek met Dekra heeft verklaard dat hij niet zelf met de auto naar A-Point is gereden, maar door een bergingsvoertuig daarheen is gebracht wegens technische problemen. De toelichting van [naam] , dat zijn eerdere verklaringen tegenover Dekra berusten op een vergissing dan wel verspreking, overtuigen niet. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiseres] dan ook onvoldoende weersproken dat er sprake is van het opzettelijk verschaffen van onjuiste inlichtingen.
5.14.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, kan de gevolgtrekking geen andere zijn dan dat [naam] bewust onjuiste inlichtingen heeft verstrekt aan Allianz over de voor de uitkeringsplicht van belang zijnde onderwerpen, met het oog op het verkrijgen van een onterecht(e) (hogere) uitkering en dus met het opzet Allianz te misleiden.
5.15.
Als onweersproken staat vast dat de opzettelijke misleiding door [naam] in de risicosfeer van [eiseres] valt, omdat zij de personenautoverzekering heeft afgesloten ten behoeve van de auto van [naam] . De gedragingen van [naam] kunnen dan ook aan [eiseres] worden toegerekend.
5.16.
Er zijn geen bijzondere omstandigheden gesteld op grond waarvan toepassing gegeven kan worden aan de uitzondering van artikel 7:941 lid 5 (slotzin) BW dat de misleiding het verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt.
5.17.
De conclusie is dat het beroep van Allianz op verval van het recht op uitkering als bedoeld in artikel 7:941 lid 5 BW slaagt. Dat brengt mee dat de vorderingen van [eiseres] niet voor toewijzing in aanmerking komen.
5.18.
Aangezien het verweer van Allianz slaagt en de vorderingen van [eiseres] worden afgewezen, behoeft de betwiste autodiefstal geen bespreking meer.
Proceskosten
5.19.
[eiseres] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, begroot op € 720,- (twee punten à € 360,-) aan gemachtigdensalaris.
5.20.
De apart gevorderde nakosten worden toegewezen als hierna vermeld, aangezien de proceskostenveroordeling hiervoor reeds een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich reeds vooraf laten begroten.

6..De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Allianz vastgesteld op:
  • € 720,- aan salaris voor de gemachtigde;
  • vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
en indien [eiseres] niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, begroot op € 120,- aan nasalaris. Indien daarna betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, dient het bedrag aan nasalaris nog te worden verhoogd met de kosten van betekening. Ook is [eiseres] de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over al deze bedragen verschuldigd vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Vroom en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. M.C. van der Kolk.