Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 1 november 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 19 december 2019 waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties.
2.De vaststaande feiten
- monteren en demonteren van een steiger;
- herstellen van het metselwerk aan het voorpenant;
- stucwerk vervangen voorpenant;
- sauzen van de gehele voorgevel;
- herstellen van het stucwerk boven de voormalige garage;
- sauzen van de gehele zijgevel boven de voormalige garage.
(…) Op 8 en 9 juli van dit jaar bent u tweemaal 2 ½ uur op locatie bij cliënt werkzaam geweest. Een steiger heeft u niet gebruikt terwijl u die wel heeft geoffreerd hetgeen dan ook een minderprijs behoort op te leveren. En als belangrijkste punt heeft te gelden, dat u uw werkzaamheden niet, c.q. niet op behoorlijke wijze heeft afgerond.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
- de geoffreerde steiger is niet gebruikt;
- de beschadigingen aan de zijmuur, het metselwerk betreffende, zijn niet weggewerkt;
- een gedeelte van de zijmuur is niet gestuukt;
- aan de voorkant zijn nog één scheur en een zestal beschadigingen zichtbaar;
- een gedeelte van het werk van [eiser 1] is niet structureel aangepakt;
- met betrekking tot een deel van de muur is [eiser 1] met cement of metselwortel over de structuur heengegaan, hetgeen geen gezicht is.
5.De beslissing
- € 316,14 aan verschotten;
- € 360,00 aan salaris voor de gemachtigde;